Het EHRM oordeelde in december (Application no. 35731/97) dat art. 8 EVRM wordt geschonden als een kind door een kinderrechter uit huis wordt geplaatst zonder de ouders te horen. Dit zou alleen kunnen als in een noodsituatie uitstel niet verantwoord is of wanneer de ouders een onmiddellijke bedreiging vormen voor het kind. De bevoegde autoriteiten hebben dat hier niet aangetoond.