Nog voordat ze een woord Nederlands kon spreken, had Rechtsanwältin Angelika Unger al besloten zich in Brabant te vestigen. Nu is ze Nederlands advocaat en spreekt ze als een echte Brabantse met een zachte G. ‘Ik ga hier nooit meer weg.’
Angelika Unger had vijf jaar geleden een Nederlandse vriend en een goede baan bij een advocatenkantoor in Duitsland. Ze stond op het punt dit kantoor over te nemen en er was geen haar op haar hoofd dat eraan dacht haar glansrijke carrière als Rechtsanwältin op te geven. Maar die plannen en de lange-afstandsrelatie waar zij en haar partner zich op hadden ingesteld, veranderden toen haar vriend terminaal ziek werd. ‘Ik heb zijn laatste drie maanden met hem in Nederland doorgebracht en na zijn overlijden ben ik weer aan het werk gegaan in Duitsland. Maar ik merkte dat ik mij in Nederland veel meer thuis voelde dan in Duitsland.’ Ze ging echter niet over één nacht ijs en gaf zichzelf een jaar de tijd om erachter te komen of Nederland daadwerkelijk haar nieuwe vaderland zou worden. Dat bleek zo te zijn. ‘Eindhoven was mijn thuis geworden en ik wilde graag als advocaat in Brabant werken, maar sprak nog steeds geen woord Nederlands. Na een week cursus bij de nonnen in Vught ging ik op sollicitatiegesprek bij Bierens Advocaten in Veghel. We waren redelijk snel rond, het contract werd getekend en ik ben definitief naar Nederland verhuisd. Mijn familie en vrienden in Duitsland vonden het wel moeilijk. Bij een verdrietige gebeurtenis ben je sneller geneigd naar je familie toe te trekken; ik ging 650 kilometer bij hen vandaan wonen. Maar het voelde gewoon goed, voor mij was de verhuizing naar Eindhoven vanzelfsprekend. Ik wist natuurlijk niet wat me allemaal te wachten stond, maar je hebt nooit 100 procent zekerheid, dat heb ik wel geleerd.’
Gelijk krijgen
Bij Bierens Advocaten bestuurt Unger, die zichzelf een puzzelaar noemt, een internationale praktijk in het handels- en vervoersrecht. Haar cliënten zijn voornamelijk Nederlands met een tegenpartij in Duitsland. ‘Ik toets welk recht van toepassing is, geef advies en los problemen op, binnen of buiten de rechtbank. Regelmatig sta ik voor de Duitse rechter. In Duitsland wordt veel meer en vaker geprocedeerd dan in Nederland. Volgens mij zorgt het cultuurverschil ervoor dat Duitsers sneller dagvaarden. Het is een kwestie van mentaliteit: Nederlanders zijn een echt handelsvolk en daarom geneigd tot schikken. Een Duitser wil altijd zijn gelijk krijgen en als dat niet lukt, gaat hij het bij de rechter halen. Commercieel is dat minder slim. De Nederlandse omgang met cliënten bevalt mij goed. Het zijn kleine dingen, maar ik vind het hartverwarmend dat ik op mijn verjaardag e-mails krijg van verschillende Nederlandse cliënten. Dat komt in Duitsland niet voor, daar ga je veel afstandelijker met je cliënten om. In Nederland is de verhouding tussen cliënt en advocaat gelijkwaardig, mijn cliënten denken mee en geven hun mening over de zaak. In Duitsland wacht men af: de advocaat adviseert en de klant volgt. Maar maak je een fout, dan heb je meteen een klacht aan je broek hangen.’
Eierlikeur
Sinds 2010 mag Unger zich, naast Rechtsanwältin, ook Nederlands advocaat noemen. Zij was de eerste buitenlandse advocaat die in het arrondissement Den Bosch werd beëdigd. Een bijzonder moment, lacht Angelika. ‘Ik voelde mij zeer welkom, de Bossche deken hield een toespraak en ik kreeg een fles cadeau. Ik dacht: “O, eierlikeur.” Ik begreep pas later dat het advocaat was, een mooi gebaar. Ik hoefde in Nederland geen stagiaire meer te worden, maar ik moet natuurlijk wel mijn PO-punten halen. In Duitsland bestaat deze verplichting alleen als je een gespecialiseerd advocaat bent. Ook de Duitse stageopleiding tot advocaat, das Refendariat, is heel verschillend van de Nederlandse stageperiode. Het duurt ook drie jaar, maar je werkt als ambtenaar op de rechtbank. Al met al breng je slechts een half jaar door op een advocatenkantoor. Daarna doe je een uiterst pittig examen, een afvalrace. Slaag je, dan kan je niet alleen advocaat maar ook rechter of officier van justitie worden. Voor mij was de keuze al lang gemaakt, ik ben een advocaat in hart en nieren. Ik was overigens niet de enige: 95 procent van de stagiaires kiest voor de advocatuur. Er bestaat veel kritiek op dit systeem. Men vindt deze opleiding niet meer van deze tijd. Dat kan zo zijn, maar toch heb ik veel voordeel van deze Duitse stageopleiding gehad: het heeft me geleerd te nuanceren en ik kan vaak goed inschatten hoe het denkpatroon van de rechter in elkaar steekt.’
Stomverbaasd
Unger wil nooit meer terug naar haar geboorteland, zegt ze. ‘Ik vind Nederlanders prettig informeel, sociaal, attent en respectvol. Wanneer ik dat zeg, kijkt men mij hier vaak stomverbaasd aan, maar ik ervaar het echt zo. In de tien jaar dat ik bij een Duits advocatenkantoor werkte, ging ik zelden met mijn kantoorgenoten buiten kantooruren iets drinken. Ik had een uitstekende relatie met mijn bazin, maar wij hebben al die tijd Sie tegen elkaar gezegd. Advocaten lunchten op een ander tijdstip dan secretaresses. Voor mij was dat toen heel gewoon, maar in Nederland zag ik dat het ook anders kon en dat bevalt mij stukken beter. Als ik in Duitsland ben, zorg ik er altijd voor dat ik dezelfde dag nog terug kan. Het maakt niet uit hoe laat de vlucht naar Schiphol gaat, ik zit in het vliegtuig.’
Anna Italianer