Ingevolge art. 165 lid 1 Rv is eenieder (behoudens, lid 2: verschoningsgerechtigden), die daartoe op wettige wijze is opgeroepen, verplicht een getuigenis af te leggen. De wettige wijze van oproeping bestaat (art. 170 lid 1 Rv) in een oproeping bij exploot of bij aangetekende brief. Is de bij aangetekende brief opgeroepen getuige niet verschenen, dan geeft de rechter op grond van art. 171 Rv (alsnog) de gelegenheid tot oproeping per exploot.1