X was op weg naar het Hof van Discipline in Utrecht. Na vele jaren praktijk was het er dan toch een keer van gekomen: een klacht. Een onbenullige klacht in zijn ogen en de Raad van Discipline had hem daarin gelijk gegeven, door de klacht ‘op alle onderdelen ongegrond te verklaren’, maar zijn voormalige cliënt, bij wie hij, nu hij erover nadacht, altijd al pathologische trekjes had waargenomen, was in beroep gekomen, daarin stevig gesteund door een juridisch adviseur. Als X de spreekwoordelijke regen was, dan was die juridisch adviseur een wolkbreuk.

Download artikel als PDF

Advertentie