De Hoge Raad heeft op 11 april jl. uitgemaakt wat moet worden verstaan onder ‘uitdrukkelijk onderbouwde standpunten’ (359 lid 2 Sv). Omdat de strafrechter sindsdien in moet gaan op alle soorten uitdrukkelijk onderbouwde standpunten die hij niet aanvaardt, heeft de raadsman een instrument in handen waarmee de rechter tot nadere motivering van zijn einduitspraak kan worden gedwongen. Maar het is een delicaat instrument, want de advocaat die onvoldoende kernachtig, concludent en schriftelijk controleerbaar argumenteert, kan worden geconfronteerd met tuchtrechtelijke klachten of claims uit beroepsaansprakelijkheid.