In een nieuwe zaak meldde zich enige tijd geleden een advocaat voor de wederpartij, een kleine eenmanszaak. Nadat hij was doorverbonden stelde hij zich voor: ‘Met Pim van de Pet van de Brauwerij.’ ‘De Brauwerij? Vroeg ik. Bedoelt u niet De Brauw? ‘Ja ja natuurlijk, De Brauw ja. Ik moet nog even wennen ziet u. Ik zit in het startersklasje. Dat heet bij ons De Brauwerij.’