In het Haviltex-arrest heeft de Hoge Raad een methode voor de uitleg van overeenkomsten ontwikkeld, waarbij de bedoeling van partijen centraal staat. Bij de uitleg van CAO’s dient de objectieve methode te gelden, omdat er derden bij betrokken zijn. De objectieve interpretatiemethode heeft zich de afgelopen tien jaar steeds verder geëvolueerd, met als voorlopig eindpunt het arrest van afgelopen juli in de zaak Hoevers/Van Dijk. De Hoge Raad maakt een dogmatisch onderscheid tussen de objectieve uitlegmethode en het Haviltexcriterium, maar de uitkomsten van beide methoden naderen elkaar bijzonder dicht.