Op 17 september 2007 oordeelde het Gerecht van Eerste Aanleg van de EG dat een in-house lawyer, gezien zijn hiërarchisch ondergeschikte positie ten opzichte van zijn cliënt/werkgever, geen verschoningsrecht toekomt in geval van onderzoek door de Europese Commissie. Deze uitspraak raakt ook de positie van de bijna 450 Nederlandse ‘Cohen-advocaten’. Was het Gerecht niet al te formeel en rigide?