Halverwege het pleidooi was mr. Douwe Veldtman in een zin beland die hem geen enkel zicht op afronding leek te bieden. Hoewel, het woord ‘zin’ geeft niet goed weer wat er aan de hand was. Het was niet zozeer een zin, maar een kronkelig pad, bestaande uit invallen, metaforen en bijvoeglijke naamwoorden. Het hele gebinte werd bijeengehouden door woorden als: gelet op, alsmede, al was het al, niettegenstaande, en meer van die inlassingen die een wisseling van koers mogelijk maken. Maar hoe kon hij ooit veilig terugkeren naar de basis? Hij was als een solist, die los van het stilgevallen orkest aan een vrije improvisatie was begonnen, en van toonsoort naar toonsoort huppelde, terwijl de dirigent in gespannen concentratie afwachtte wanneer het orkest weer in volle harmonie zou kunnen aanhaken. Soms weet de solist de weg terug niet te vinden, en valt ook de luisteraar ten prooi aan een stijgende beklemming.

Download artikel als PDF

Advertentie