BOA-voorzitter Frans van Velsen bracht in zijn jaarrede argumenten in stelling tegen de gedachte dat de advocaat een publieke verantwoordelijkheid voor de rechtsbedeling zou hebben. ‘Wie geen geld heeft voor brood en zijn rechten wil inroepen, moet bij het bijstandsloket zijn, niet bij de bakker.’ Hij hekelde ook Ordebemoeienis met kwaliteit: regeltjes die ‘een onzinnig advies op het juiste briefpapier, voldoende gefrankeerd en tijdig gepost, tot kwaliteitswerk verheffen’