De Oostenrijkse natuurkundige Erwin Schrödinger heeft in het begin van de vorige eeuw bijgedragen aan de wiskundige formulering van de kwantummechanica. Een tak van de fysica die zich bezighoudt met de materie op microscopische schaal. Deeltjes op dit niveau kunnen zich op hetzelfde moment in een verschillende toestand bevinden. Beroemd is Schrödingers gedachte-experiment dat ook een object dat een groot aantal atomen bevat – bijvoorbeeld een kat – zich op hetzelfde moment in twee verschillende toestanden zou kunnen bevinden. Hij introduceerde een atoom dat vervalt (of niet!), een hamertje met detector, gifpil en een levende kat. Sluit alles op in een loden doos. Het atoom vervalt of niet, de pil wordt wel of niet kapotgeslagen. Gaat de kat dood? Je weet het dus niet. De kat kan op hetzelfde moment zowel dood als levend zijn. Op een macroscopisch niveau is zo’n uitspraak onzinnig. Zie hier het paradoxale conflict tussen klein en groot. Wat betreft het naleven van verordeningen is het op microniveau met advocaten in een kantoor hetzelfde.