Twee opsporingsambtenaren melden zich bij de receptie van een groot advocatenkantoor in Amsterdam. ‘Goedemiddag, hier hebben we een bevel uitlevering. We willen graag alle dossiers van cliënt die-en-die.’ De receptioniste is zo kien om een compagnon te bellen, die de bezoekers vraagt of zij wel weten dat dit een advocatenkantoor is. ‘O,’ zeggen deze, ‘dat wisten we niet.’ Toen zijn ze vriendelijk doch beslist de deur gewezen.