Op een verjaardagsfeestje zat ik naast een wat nerveuze, kalende dertiger die mij werd voorgesteld met de woorden: ‘Jan-Cees is ook advocaat.’ Jan-Cees (‘vrienden noemen mij JéCé’) maakte een verontschuldigend gebaar. ‘Nou ja zei hij, ik deed alleen co-fi.’ ‘Co-fi’, vroeg ik niet-begrijpend. ‘Corporate-finance’, verduidelijkte hij.