We kunnen met rechtlijnigheid, gebaseerd op een archetypische advocaat, niet uit de voeten. Regelgeving verliest haar algemene karakter wanneer de differentiatie niet als zodanig wordt geaccepteerd.’ Germ Kemper gaat in zijn essay op zoek naar mogelijkheden tot differentiatie in de advocatuur: ‘In de ethiek, of de stolling daarvan in tuchtrechtelijke regelingen, behoeven niet alle advocaten over één kam te worden geschoren.’