‘Als ik in de discotheek een jongen in elkaar sla, en die daar een gebroken rib en een blauw oog aan over houdt, dan wordt dat minder erg gevonden dan als ik in diezelfde discotheek een meisje in de borsten knijp.’ Rechtspsycholoog Hans Crombag bekijkt het met een zekere milde ironie: de krampachtige manier waarop wordt omgegaan met zedendelicten. En dat geldt zeker voor het delict wat als het allerergste wordt beschouwd, dat het meest ingrijpt in de maatschappelijke psyche: pedofilie.