Zijn eerdere boek Achter de blinddoek van vrouwe Justitia (1998) leidde tot een klacht bij het Hof van Discipline van een politierechter. De Vos had beweerd dat de politierechter zijn vonnis al klaar had en dat De Vos dus voor Jan met de korte achternaam veertien velletjes had voorgelezen, en voorts dat de rechter zijn cliënt de mogelijkheid had ontnomen om een rechtsmiddel in te stellen. Dat vonnis was nog niet klaar en hoger beroep was niet mogelijk, inderdaad, maar cassatie wel. Omdat het punt waar het om draaide in de zaak in cassatie ten volle kon worden getoetst, achtte het hof het beklag van de rechter gegrond (HvD 16 juni 2000).

Download artikel als PDF

Advertentie