In de wandelgangen van de Rechtbank Amsterdam liep ik een van de landsadvocaten van Pels tegen het lijf en ik kon niet laten er even over te beginnen: het vonnis van de Rechtbank Roermond begin vorige maand (Rb. Roermond, 5-11-08, LJN: BG3846) waarbij de provincie Limburg en haar advocaat hard onderuit de zak hadden gekregen. Hij wilde eigenlijk doorlopen, maar de hoffelijkheid – die het Haags kantoor hoog in het vaandel draagt – won het van de argwaan die mijn joviale begroeting leek op te roepen.