Zeeschepen die in de haven van Rotterdam beschadigde waar afleverden, hadden een goede kans dat zij met ‘juffrouw Wildeboer’ te maken kregen. Tussen 1960 en 1986 heeft Ina Wildeboer (71) naar eigen zeggen ‘heel wat schepen aan de ketting gelegd’. Ze begon als advocaat-stagiare bij het kantoor Hoek & Sjollema in Rotterdam dat later uit zou groeien tot Trénité van Doorne en bleef daar als partner tot 1987, toen zij toetrad tot de Hoge Raad. Voor de Orde was ze lid van de Algemene Raad, waarnemend deken en lid van het Hof van Discipline. In haar Scheveningse appartement vlakbij het strand, vertelt Ina Wildeboer over de lol van het werken met havenmannen, haar tijdige ‘ontsnapping’ uit de omzetmachine van de advocatuur en haar onbegrip van de strijd voor vrouwen emancipatie.