Veel advocaten kwamen na het eindigen van een zaak met de gewezen verdachte overeen om geen gebruik te maken van de toevoeging, zodat op basis van art. 591a Sv vaak een aanmerkelijk hogere vergoeding voor advocaatkosten kon worden verkregen. De lagere rechtspraak kwam echter telkens tot andere uitkomsten en motiveringen. Op 15 juni jl. heeft de Hoge Raad eindelijk bepaald dat in art. 591a Sv-procedures aan de gewezen verdachte géén vergoeding van advocaatkosten wordt toegekend als de genoemde overeenkomst pas na het eindigen van de zaak wordt gesloten.

Download artikel als PDF

Advertentie