Op 18 januari 2005 heeft de Hoge Raad in een opvallende koerswijziging geoordeeld dat het aangaan van seksuele contacten met een ander, wetende dat men hiv-geïnfecteerde is, niet de aanmerkelijke kans oplevert dat die ander geïnfecteerd raakt. Deze uitspraak sluit succesvolle strafrechtelijke vervolgingen van hiv-dragers wegens het aangaan van seksuele contacten uit. De vraag die zich opdringt is of het strafrecht in deze gevallen bescherming moet bieden.