In twintig plus één scènes geeft mr. J.W. Westenberg felrealistische doorkijkjes naar de advocatenpraktijk. ‘Overleggen over meineed? Dat begrijp ik niet. Gelooft u mij niet?’ Als rechter heeft hij de afgelopen 23 jaar heel wat dubieuze slimmigheden aangehoord, of in advocatenhoofden gelezen: ‘Goede truc, zo’n valsheidsincident kost maar duizend gulden en is een alleraardigste barrière voor de wederpartij.’