De fusie tot Protestantse Kerk in Nederland {PKN) heeft geleid tot civielrechtelijke procedures over salarissen, kerkgebouwen en pastorieën. De rechter probeert buiten godsdienstige twisten te blijven, maar wordt het rechtsgevoel bevredigd als hij kerkelijke gemeenten die niet meewillen in de PKN het recht op de kerkelijke goederen ontzegt? Advocaat L. Van Heijningen betwijfelt dat. Hij plaatst de procedures in een historische en kerkelijke context.