Raad van discipline Amsterdam 17 augustus 2010, LJN: YA0928

Voor de ontoelaatbaarheid van het optreden van een advocaat tegen een voormalige cliënt is niet vereist dat vaststaat dat deze gebruik heeft gemaakt van vertrouwelijke informatie bij het optreden tegen die cliënt.

– Art. 46 Advocatenwet (2.4 Het vermijden van belangenconflicten)
– Gedragsregel 7

Feiten
Klager is directeur-grootaandeelhouder van klaagster, A bv. Mr. X neemt de opdracht aan klagers belangen te behartigen in een door B tegen hem aanhangig gemaakte procedure. Ten tijde van de aanvaarding van deze opdracht behartigt mr. X tevens de belangen van C, met wie klager en A bv twee jaar later een conflict krijgen. Klager maakt bezwaar tegen het optreden van mr. X in deze kwestie. Vervolgens treden partijen in overleg over een minnelijke regeling, waarbij klagers worden bijgestaan door een advocaat van een ander kantoor dan dat van mr. X. Tijdens dat overleg, dat tot een overeenkomst leidt, is mr. X namens C aanwezig. Klager maakt daartegen geen bezwaar.
 Bij de afwikkeling van de hiervoor bedoelde overeenkomst ontstaat een conflict tussen (de vennootschappen van) klager en C. Mr. X trekt zich terug uit de kwestie en draagt de zaak over aan zijn kantoorgenoot mr. Y. Mr. Y legt vervolgens namens C beslag onder (de vennootschappen van) klager. Partijen trachten opnieuw tot een regeling te komen. Vervolgens wordt wederom beslag gelegd onder (de vennootschappen van) klager. Daarbij wordt C vertegenwoordigd door een ander kantoor dan dat van mrs. X en Y. Mr. Y trekt zich vervolgens ook terug uit de kwestie.

Klacht
De klacht houdt in dat mrs. X en Y in strijd met art. 46 Advocatenwet hebben gehandeld door op te treden tegen klagers, terwijl mr. X in een eerder stadium was opgetreden voor klager en in dat kader beschikte over vertrouwelijke informatie omtrent diens vermogenspositie en die van zijn vennootschappen.

Overwegingen
Niet is komen vast te staan dat (het kantoor van) mrs. X en Y eerder (is) zijn opgetreden voor A bv. Het optreden van mr. X betrof slechts een kwestie van klager in privé. Daarmee is de klacht van klaagster (A bv) niet-ontvankelijk.
 Klager heeft, na aanvankelijk te hebben geprotesteerd tegen het optreden van mr. X, dat bezwaar laten varen door nadien met bijstand van een andere advocaat in overleg te treden met C. In die periode hebben partijen uitsluitend overleg gevoerd over het bereiken van een regeling in der minne en is mr. X niet in rechte opgetreden tegen klager. De raad kan niet vaststellen of en in hoeverre mr. X beschikte over vertrouwelijke informatie van klager die hij in de kwestie tegen klager heeft gebruikt dan wel kon gebruiken. De klacht tegen mr. X is derhalve ongegrond.
 Mr. Y heeft niet uit de gedragingen van klager kunnen afleiden dat deze instemde met zijn optreden namens C. Dat klemt temeer, nu klager bij het optreden van mr. Y kennelijk de indruk had dat daarbij gebruik werd gemaakt van informatie die eerder door hem aan het kantoor van mrs. X en Y was toevertrouwd. Klager heeft dat toen ook kenbaar gemaakt. Het kantoor van mrs. X en Y was eerder betrokken geweest bij een financiële herschikking van de vennootschappen van klager en daarbij is mr. X betrokken geweest. Hoewel niet kan worden vastgesteld of en in welke mate mrs. X en Y beschikten over vertrouwelijke informatie en evenmin of zij daarvan gebruik hebben gemaakt bij het optreden tegen klager, had het onder deze omstandigheden op de weg van mr. Y gelegen zich uit de kwestie terug te trekken.

Beslissing raad
– Verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar klacht.
– Verklaart de klacht jegens mr. X ongegrond.
– Verklaart de klacht jegens mr. Y gegrond en legt hem de maatregel van een enkele waarschuwing op.

Download artikel als PDF

Advertentie