De rechtspraak zoekt allochtonen. ‘Jullie gebruiken de ander als spiegel voor je eigen gedrag, daardoor kun je beter relativeren.’
‘Nooit een donker gezicht achter die tafel, dat ziet er raar uit.’ Aan het woord is Ruud Winter, een van de weinige uitzonderingen op de regel dat Nederlandse rechters wit zijn. Winter, geboren uit een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder, is President van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Hij houdt een praatje over diversiteit in de rechterlijke macht voor zo’n vijftig studenten bij de Marokkaans-Nederlandse netwerkorganisatie TANS. Volgens Winter willen rechters gráág allochtone collega’s – al realiseren ze zich niet altijd dat die hun cultuur meenemen. Winter: ‘Ik vroeg eens aan een rechter of ze het dan goed vond dat die allochtone rechter dichter bij je komt staan en harder praat dan anderen. Nee, dát wilde ze niet.’ Met een relativerend lachje: ‘Dan zie je dat men zich niet altijd bewust is wat zo’n keuze kan betekenen.’ Toch schuilt in het feit dat allochtonen af en toe in de ogen van autochtonen sociale missers begaan juist hun kracht, houdt Winter de studenten voor. ‘Nederlanders zijn zich niet bewust van die geheime codes waarnaar ze zich gedragen. Jullie gebruiken de ander als spiegel voor je eigen gedrag. Daardoor kun je beter relativeren en word je effectiever. Daarom zijn jullie belangrijk voor de rechtspraak.’
Brug naar de top
Dat veel rechters die laatste opvatting delen blijkt wel uit het feit dat er dit jaar meer dan honderd waren die zich opgaven voor ‘Brug naar de Top’, een initiatief van De Brauw Blackstone Westbroek. Dat project koppelt biculturele rechtenstudenten aan mensen uit de rechtspraktijk om ze alvast een blik in die wereld te gunnen. Een van de rechters die participeerde is Gaby Crince le Roy. ‘Bij de Amsterdamse rechtbank werkt voor zover ik weet op dit moment niet één allochtone rechter’, vertelt ze, ‘terwijl volgens mij de rechtspraak een afspiegeling moet zijn van de maatschappij. Dat is goed voor de acceptatie van het rechterlijk oordeel en voor de voorbeeldfunctie. Bovendien zou ik ook graag weten hoe allochtone collega’s vanuit hun perspectief naar zaken kijken.’
Maar voor de Egyptisch-Nederlandse rechtenstudente Daisy Awadalla is haar allochtone perspectief nu juist een reden om niet voor de rechterlijke macht te kiezen. ‘Ik zou die autoriteit niet willen uitstralen. In Egypte blijven veel mensen zo ver mogelijk uit de buurt van justitie, leger en politie. Dat krijg je als kind van een Egyptenaar toch mee. Dat leeft ook bij allochtonen uit andere landen. En ik zou het moeilijk vinden onpartijdig te zijn bij allochtone verdachten. Er is toch nog steeds sprake van discriminatie.’ Volgens Awadalla is ook de duur van de raio-opleiding een barrière: veel allochtone vrouwen ervaren sociale druk om snel te trouwen en kinderen te krijgen. ‘En in de documentaire Het Oordeel zie je een Marokkaanse raio die het taaltechnisch niet kan bijbenen. Dat loop je ook in zes jaar raio-opleiding niet in.’
De Utrechtse rechter Malti Ramsaroep heeft zich door de hobbels niet laten weerhouden. ‘Als kind uit een Hindoestaans arbeidersgezin had ik een enorme taalachterstand. Dat is opgelost dankzij mijn leraar Nederlands die me op de middelbare school onder zijn hoede heeft genomen. Toch was ik heel onzeker. Nu ik sinds 2008 volwaardig rechter ben speelt mijn afkomst eigenlijk geen rol meer.’ Haar tip aan allochtone studenten: ‘Ga op een studentenvereniging waar veel gedebatteerd wordt.’ Rechtenstudente Awadalla houdt het erop dat het probleem zich over een jaar of vijftien vanzelf wel zal oplossen. Voorlopig kiest zij liever voor de advocatuur.
De Raad voor de Rechtspraak meldt in het jaarverslag dat twee procent van de rechters een biculturele achtergrond heeft. Onder raio’s is het percentage gestegen naar zeven. De Raad concludeert dat het op diversiteit gerichte beleid vruchten afwerpt. Onder de rio’s, die op dit moment voor 80 procent van de instroom zorgen, zijn echter volgens interne bronnen nauwelijks allochtonen te vinden.
• Een uitgebreidere versie van dit artikel verschijnt deze maand in Contrast Magazine, een maandblad over diversiteit van uitgeverij Van Gennep.
Trudeke Sillevis Smitt