‘De geschiedenis der rechterlijke dwalingen is voor een goed deel de geschiedenis van deskundige fouten’, zei de rechtsgeleerde B.M.Taverne al in 1924. Hoogleraar strafrecht Ybo Buruma haalde Taverne aan in de Dies-rede. Daarin stelde hij dat het belangrijk is dat de deskundige de verdachte, die mede door hem is veroordeeld, in de ogen kan kijken. Ton Broeders, hoogleraar Criminalistiek, zegt in zijn afscheidsrede dat de spraakverwarring tussen juristen en forensisch deskundigen voor een belangrijk deel te wijten is ‘aan het feit dat forensisch deskundigen hermetische rapporten schrijven die ook voor andere deskundigen niet toetsbaar zijn.’ Met name het werk van DNA-deskundigen moet kunnen worden doorgelicht. ‘Door de sterk toegenomen gevoeligheid van de DNA-analysetechniek levert de bemonstering van vooral contactsporen (…) in steeds meer gevallen complexe mengprofielen op, waarvan steeds duidelijker wordt dat de interpretatie daarvan een belangrijk subjectief element kent,’ aldus Broeders. De beste manier om de kwaliteit van het forensisch onderzoek te bevorderen? ‘Het budget voor het forensisch onderzoek moet naar het OM.’

Download artikel als PDF

Advertentie