Hoe viel het Akzo-arrest buiten Nederland?
De onzekerheid die is ontstaan na het arrest van het Europese Hof in de zaak Akzo Nobel Chemicals Ltd v. EU, wordt niet alleen in Nederland gevoeld, maar ook elders in Europa. In Berlijn kwamen op 30 en 31 mei meer dan tweehonderd in-house counsels – vrijwel allen advocaat – uit tweeëntwintig Europese landen bijeen op de jaarconferentie van de Association of Corporate Counsel Europe (ACCE), om ervaringen te delen. Ze spraken ook over wat het arrest voor hun dagelijkse praktijk betekent.
‘Er is leven na Akzo. Het arrest heeft slechts een beperkte reikwijdte,’ benadrukt dr. Martin Henrich, van multinational Novartis, tevens van de ACCE. Henrich zat zojuist een drukbezochte roundtable over het Akzo-arrest voor. ‘Het was een levendige bijeenkomst. Maar zoals het er nu voor staat liggen in-house advocaten er nog niet wakker van. Er is eerst meer duidelijkheid nodig, want een hoop vragen zijn nog niet makkelijk te beantwoorden.’
Onrealistisch
Henrich ziet de bepaling in het arrest, waar het de hiërarchische verhouding en onafhankelijkheid ten opzichte van de werkgever betreft, als onrealistisch. ‘Ik heb geen enkel valide argument gehoord dat de beperking van het verschoningsrecht rechtvaardigt, gemeten aan onze praktijk. Wij zijn ons bewust van onze verantwoordelijkheden.’ Een advocaat in dienstbetrekking noemt hij zelfs meer onafhankelijk in de relatie tot zijn cliënt dan een externe advocaat dat is. ‘Ik kan als in-house counsel elke dag opstappen. Een externe advocaat die met winstoogmerk voor zijn organisatie een relatie met zijn cliënt onderhoudt, kan dat niet zo makkelijk.’
In Zeist (zie kader) legde de Orde de Cohen-advocaten op 17 mei de vraag voor wat het belang voor ondernemingen is om eigen advocaten in dienstbetrekking te hebben. Hebben die echt een advocaat in dienst nodig? Henrich is daarover stellig: ‘Die vraag is gesteld uit onwetendheid of pure provocatie.’ Een advocate werkzaam bij Aegon merkte in Zeist op dat er jaarlijks tientallen miljoenen aan besparing op proceskosten wordt gerealiseerd door zelf te procederen, in plaats van een externe advocaat in te schakelen.
Hier in Berlijn wordt vooral gevoeld dat het Akzo-arrest de veranderde rol van de in-house counsel in een veranderd juridisch landschap miskent. Anderen interesseert het minder. In welke Europese lidstaat, en in welke hoedanigheid men in-house advocaat is, maakt veel verschil. Voor de advocaten die het wel raakt zijn procesvoering, interne toegankelijkheid tot informatie en de diepte van dienstverlening de belangrijkste zorgen die genoemd worden.
Men is ook kritisch op het feit dat de EU er aan een kant bij hen op hamert om een solide cultuur van te creëren, maar dat vervolgens dwarsboomt met het arrest, waardoor vertrouwelijkheid geen vanzelfsprekendheid meer is. Henrich noemt daarbij potentiële klokkenluiders als voorbeeld waar het arrest voor hen wringt.
Geen winstmachine meer
Als Henrich de ‘werkhypothese’ die algemeen deken Jan Loorbach eerder in Zeist presenteerde wordt voorgelegd, met daarin de toespeling op mogelijk afscheid van de titel van advocaat, fronst hij verbaasd. De reikwijdte van het arrest is duidelijk het punt waar de (Europese) advocaten in dienstbetrekking en de Orde van inzicht verschillen. In Zeist werd door enkele advocaten in dienstbetrekking ook al geopperd dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) er een beperktere interpretatie op nahoudt dan de Orde lijkt te doen.
Hiermee geconfronteerd merkt Henrich op dat de dagen dat een advocatenkantoor een winstmachine was, zijn afgelopen. ‘Lawfirms are freaking out,’ zegt de Zwitserse counsel, verwijzend naar de presentatie die prof. Richard Susskind eerder op de dag gaf. Hij zinspeelt erop dat er mogelijk economische motieven op de achtergrond spelen bij de overweging om de advocatenstatus bij de advocaat in dienstbetrekking weg te nemen.
Niet alleen Loorbach noemde lobbyen in Brussel als optie, ook in Berlijn werd het geopperd. Henrich vindt dat die weg eerst via de lokale wetgever van de individuele lidstaten van de EU moet lopen. ‘Als dat lukt volgt Brussel vanzelf.’
Cohen-advocaten ‘overvallen’
Veel Cohen-advocaten zeiden zich bij de bijeenkomst over het Akzo-arrest, die de Orde op 17 mei in Zeist organiseerde, ‘overvallen’ te voelen nadat algemeen deken Jan Loorbach de visie van de AR met hen deelde. Hij sprak van twee soorten advocaten: zij die hun cliënt kunnen beschermen via het verschoningsrecht en zij die dat niet meer kunnen. ‘Een onwenselijke situatie,’ volgens Loorbach.
Zijn ‘werkhypothese’ met de opties lobbyen op Europees niveau voor de terugkeer van het verschoningsrecht, afscheid van de advocatentitel of so be it, ging veel aanwezigen te ver. Zij deden dan ook een appel op de deken zich hard te maken voor hun positie. ‘Er is nog genoeg speelruimte binnen het arrest,’ betoogden enkelen.
Juriaan Mensch