In het voetspoor van een Rotterdamse rechter maakte ik onlangs een dagje mee uit zijn BOPZ-praktijk. Op zo’n dag beslist hij op zo ongeveer tien OM-vorderingen tot gedwongen opname op grond van een psychiatrische stoornis plus de daardoor veroorzaakte onmogelijkheid om het op eigen houtje ‘ buiten’ te rooien, met risico voor eigen of andermans lijf of goed. De Rotterdamse rechtbank doet jaarlijks zo’n 2000 van deze zaken. Geëxtrapoleerd betekent dat voor Nederland ruim 20.000 zaken. Daar zitten verlengingen tussen en ‘recidives’, maar het blijft een ontmoedigend aantal personen dat er zo slecht aan toe is dat hun behandelaars een gedwongen opname nodig vinden en de officier dat inzicht deelt.
 Ik maakte twee zittingen bij de cliënt aan huis mee en vier behandelingen in een inrichting. Het waren zes tragische eenakters en het besef dat die zes gevallen een hele wereld van persoonlijke ellende representeren was bepaald confronterend. Zo’n ervaring stemt tot beschouwelijkheid als je je dagen gewoonlijk doorbrengt tussen mensen die hun zelfredzaamheid vanzelf vinden spreken.
 Gelukkig werd de deprimerende casuïstiek zo af en toe voorzien van een vrolijke noot: ik denk aan de man die halverwege zijn verhoor ongehaast zijn luid schallende mobiel uit zijn kleren graaft en met een land hier ver vandaan bancaire zaken begint te regelen. Hij draait het dossier van zijn advocaat om zodat hij op de achterkant wat aantekeningen kan maken. Dan wendt hij zich weer met een hoffelijke glimlach tot de rechter.
 In deze zaken treden dus ruim 20.000 keer per jaar advocaten op, eigenlijk altijd toegevoegd. Het zijn gespecialiseerde advocaten die een gerichte opleiding hebben gehad en ervaren zijn, door dit soort zaken met een hoge frequentie te doen. Wij dienen onze hoed voor hen af te nemen. De intake vindt vaak bij de verwarde en onberekenbare cliënt aan huis plaats (soms ook in de isoleercel) en het vraagt een hoge en bijzondere mate van vaardigheid om met hem tot duidelijkheid over diens situatie te komen, feitelijk en juridisch, en tot een heldere strategie. Na de zitting is er de follow-up van de uitleg en de begeleiding bij de plaatsing. Veel advocaten hebben hun vaste klanten die ze even bezoeken als ze toch in de psychiatrische inrichting zijn.
 Typisch weer zo’n praktijkgebied dat de media pas betreden als er iets mis gaat.
 Ik vraag de aandacht voor het – bijna – altijd goed gaan van door de buitenwacht onopgemerkte, consciëntieuze bijstand. De procesbewaking door de advocaat is vitaal en ik heb gezien dat de rechter zich ook geruster voelt als hij ervan overtuigd is dat er partijdig naar de belangen van de cliënt is gekeken als tegenwicht van de kennis en macht aan de andere kant. In die rol vinden de advocaten ook hun motivatie: in deze praktijk haal je lang niet in iedere zaak de jurisprudentie, zal ik maar zeggen.
 Op ons jaarcongres hebben we het over dilemma’s. Uit de BOPZ-praktijk dit dilemma: cliënt wil naar huis, de vordering is gammel (bijvoorbeeld omdat de psychiatrische stoornis niet goed is gedocumenteerd) en er is dus een kans om de vordering te laten afwijzen. Maar je bent er van overtuigd dat het het belang van je cliënt is om even niet bloot te staan aan de verleidingen en gevaren van zijn meedogenloze en troosteloze milieu. Toch de wens van je cliënt volgen?
 Ik spreek u graag in Breda.

Download artikel als PDF

Advertentie