De stichtingen derdengelden lijken hun langste tijd te hebben gehad. De Algemene Raad (AR) bepleit het oprichten van een centrale stichting voor het beheer van derdengelden. Daarmee komt hij tegemoet aan de wens van de dekens om de huidige regeling af te schaffen en wordt tegelijk een aanbeveling opgevolgd uit het advies van Docters van Leeuwen.
Al vanaf de introductie in 1998 is de verplichte stichting derdengelden omstreden. Veel kantoren ontvangen nooit derdengelden maar zijn wel verplicht een stichting derdengelden te hebben, met de bijbehorende administratieve rompslomp. Bij kleine kantoren heeft met name het tweehandtekeningenvereiste veel weerzin opgeroepen. Dat is indertijd een aanleiding geweest voor het oprichten van de Belangenvereniging van Ondernemende Advocaten (BOA).
Stichtingen derdengelden zijn soms misbruikt door advocaten die doelbewust geld lieten verdwijnen. Bij het publiek is daardoor het beeld ontstaan van massaal frauderende advocaten. Het toezicht op de derdengelden moet daarom beter, vindt de Algemene Raad. De AR stelt een regeling voor waarbij alle advocaten (voor zover zij over derdengelden beschikken) via een centrale stichting bij een en dezelfde bank een rekening openen voor hun derdengelden. Het toezicht zal dan centraal uitgeoefend worden.

Slechts enkele incidenten
Het voorstel vindt weerklank bij staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie. In zijn toelichting op de nieuwe Wet positie en toezicht advocatuur schrijft hij dat het inrichten van een centrale stichting ‘versterkte mogelijkheden biedt om toezicht uit te oefenen op derdengeldstromen via de advocatuur en daarmee een wezenlijke bijdrage kan leveren aan het voorkomen van bijvoorbeeld witwastransacties’.
Het College van Afgevaardigden steunde in de junivergadering het voorstel in grote lijnen maar twijfelde toch ook over nut en noodzaak. ‘Om reden van enkele incidenten wordt nu een heel nieuw systeem opgetuigd,’ aldus een woordvoerder uit het noorden van Nederland. Een onfeilbaar systeem werd door afgevaardigden een utopie geacht, fraude nooit uit te sluiten.
De Vereniging van incasso- en procesadvocaten (VIA) had de AR schriftelijk al laten weten te verwachten dat de voorgestelde gecompliceerde regeling vertragingen in de betalingen aan cliënten zal veroorzaken. Daarvan ondervindt de incassoadvocatuur concurrentienadelen.
Landelijk deken Jan Loorbach begreep de vragen en opmerkingen maar noemde, gezien het huidige tijdsgewricht, aanpassingen onontkoombaar. ‘We zitten in een breed politiek debat over de onafhankelijke beroepsorganisatie en beroepsuitoefening. Er wordt kritisch gekeken naar de manier waarop wij de kwaliteit van de advocatuur organiseren. Het debat gaat over het traditionele gedragsrecht, het toezicht, en ook over de goede behandeling van de toevertrouwde gelden.’

•De AR komt begin 2012 met een definitief voorstel, zodat de Centrale Stichting medio 2012 zou kunnen gaan werken.

Jan Pieter Nepveu

Download artikel als PDF

Advertentie