In een langverwachte uitspraak heeft het EHRM bepaald dat verklaringen van bewijs, verkregen tijdens een verhoor zonder de fysieke aanwezigheid van een advocaat, ontoelaatbaar zijn. Op 21 september 2005 werd de Kroaat Zoran Sebalj gearresteerd op verdenking van meerdere diefstallen. Hij werd gedwongen een bekentenis te ondertekenen, op grond waarvan hij tot drie jaar cel werd veroordeeld. Het Hof oordeelt nu dat een verklaring, verkregen zonder de fysieke aanwezigheid van een advocaat, schending van artikel 6 EVRM oplevert. Wat betekent dit voor de Nederlandse praktijk? ‘Door deze uitspraak, en met de Europese Richtlijn in het verschiet is het recht van verdachten op bijstand van een advocaat tijdens politieverhoren boven elke twijfel verheven,’ zegt NVSA-voorzitter Bart Nooitgedagt. ‘Wordt dit recht niet effectief gegarandeerd, dan schendt Nederland het recht op een eerlijk proces. Iedere zaak waarbij de raadsman toegang tot het verhoor wordt geweigerd, kan over de kop gaan. Dus ook het opsporingsbelang is in het geding.’ De overheid kan dus maar beter haast maken met aanpassing van het voorliggende wetsvoorstel, zegt Nooitgedagt. ‘Het strookt niet met de EU-richtlijn. Ook is onduidelijk hoe het financieel wordt geregeld. De bal ligt nu bij de minister.’
•Binnenkort in dit blad meer over de concept-EU-richtlijn.