De aanzienlijke wijzigingen in de nieuwe versie van de Beslagsyllabus (inwerkingtreding 1 juli 2011) leiden vooral tot meer aandacht voor de positie en belangen van de beslagene.
Op Rechtspraak.nl is een nieuwe versie van de Beslagsyllabus te vinden. Aanleiding voor deze herziening waren de bevindingen van een in opdracht van de Raad voor de rechtspraak uitgevoerd onderzoek naar conservatoir beslag van Meijsen & Jongbloed uit april 2010. De belangrijkste conclusie was dat de positie van de beslaglegger in de loop der tijd is versterkt ten koste van die van de beslagene. Daarnaast is gebleken dat conservatoir beslag niet alleen wordt ingezet als middel om zekerheid te verkrijgen maar in veel gevallen (ook) als pressiemiddel dient.
Het Landelijk Overleg Voorzitters Civiele sectoren en Kantonsectoren besloot onlangs tot aanpassing van de Beslagsyllabus nadat een werkgroep van ervaren ‘beslagrechters’ advies had gegeven over omzetting van de in het rapport opgenomen aanbevelingen in een aantal concrete voorstellen voor landelijk rechterlijk beleid (‘best practices’). De achterliggende gedachte is dat er meer aandacht voor de positie en belangen van de beoogd beslagene dient te ontstaan.
De inhoud van het beslagrekest wordt minder eenzijdig omdat ook informatie over het verweer van de beoogd beslagene moet worden verstrekt. In het kader van de proportionaliteit en subsidiariteit dient het rekest ook de noodzaak van het beslag te vermelden. De toepassing van het vereiste van het tijdig instellen van de eis in hoofdzaak en het verlengen hiervan is aangescherpt.
In de voorgaande versie van de Beslagsyllabus (februari 2011) werd onder verwijzing naar art. 21 Rv reeds melding gemaakt van de verplichting – die ook voor beslagrekesten geldt – dat voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid moeten worden aangevoerd. Ter aanvulling werd toen al een zogenaamd forumshop beding opgenomen: in het beslagrekest dient melding gemaakt te worden van alle in Nederland of in het buitenland lopende, doorlopen of beëindigde procedures die relevant zijn voor een goede beoordeling van de zaak, waaronder mede begrepen eerder ingediende beslagrekesten.
De bedoeling is dat de gegrondheid van de vordering die aan het beslag ten grondslag ligt hiermee beter kan worden beoordeeld en een betere afweging van de belangen van beslaglegger en beslagene kan plaatsvinden.
Belangrijkste wijzigingen
Inhoud beslagrekest
•vermelding van de categorie vordering die aan het beslag ten grondslag ligt;
•een toelichting met daarin een omschrijving van de geleverde goederen/diensten dan wel een voldoende feitelijke omschrijving van de vordering en de grondslag, de aangevoerde verweren, de gronden daarvoor en bewijsstukken;
•een motivering waarom het beslag nodig is en waarom is gekozen voor beslag op de in het beslagrekest genoemde goederen.
Termijn instellen hoofdzaak
•Een verzoek tot verlenging van de termijn waarbinnen de eis in de hoofdzaak moet worden ingesteld kan in beginsel eenmalig worden verleend met een verlenging van veertien dagen (in bijzondere omstandigheden maximaal een maand). Een tweede of volgend verlengingsverzoek wordt in beginsel alleen toegestaan als uit een schriftelijk bewijsstuk blijkt dat de beslagene met de gevraagde verlenging instemt.
Algemeen
•bij een verzoek aanstelling bewaarder dient te blijken van diens bereidheid om deze aanstelling te aanvaarden: de aanvrager dient dit te verklaren;
•nadere toelichting op de mogelijkheid van zekerheidstelling door de beslaglegger;
•een opsomming van gevallen waarin geen of slechts beperkt verhaalsbeslag mogelijk is;
•nadere toelichting op beslag tot afgifte ter vernietiging/verwijdering (TRIPs) en tot schadevergoeding (BVIE) en bewijsbeslag in niet-IE-zaken.
Mirjam Meijsen, onderzoeker en promovenda, Molengraaff Instituut, Universiteit Utrecht