Jan Suyver, algemeen secretaris van de Orde, na tien jaar met pensioen
Ordebestuurders roemen hem als steun en toeverlaat, als intelligente sparring partner en als voortreffelijk formulerende jurist. Omdat hij bij zijn afscheid één keer achter de schermen vandaan wil komen, krijgt hij nu de vloer: wat is zijn visie op zijn rol en de relatie met politiek Den Haag?
‘Ik hou van saai en degelijk en hoef niet zo nodig op de voorgrond. Souffleren van achter de coulissen, dat is me op het lijf geschreven: dan kan ik het best functioneren. En zo hoort het ook. Een secretaris moet de bestuurders niet voor de voeten lopen, maar ze goed bedienen.’
Dekens komen en gaan, de algemeen secretaris blijft – zo heet het. Sommige lokale Ordebestuurders zien in u een Raspoetin. Is dat alleen om hun eigen werk meer drama te geven?
Hij lacht. ‘Misschien doelen ze op het feit dat ik van het ministerie van Justitie kwam. Ik heb hier natuurlijk geen programma van het ministerie uitgevoerd. Ik ben altijd loyaal geweest aan de leden van de Algemene Raad en aan de afgevaardigden in het college. Ik heb ook bewondering voor de burgerzin die spreekt uit hun werk voor de Orde.’
U zou door uw achtergrond weten ‘hoe op het ministerie de hazen lopen’.
‘Voor de Ordebestuurders was het volgens mij belangrijk om iemand te nemen die kennis had van politiek-maatschappelijke ontwikkelingen, met ervaring met wetgevingsprocessen. Zoals ook mijn opvolger Raffi van den Berg die heeft. Iemand die de pikorde op het ministerie kent en weet hoe het werkt in de Tweede Kamer. Die ook tegen de algemeen deken kan zeggen “ga eens met die en die praten” of de Algemene Raad waarschuwt dat “dit in de politiek wel eens anders zou kunnen uitpakken”. Maar van onderonsjes met het departement was nooit sprake. De Orde werd echt niet gematst omdat ik van Justitie kwam.’
Er zijn critici die zeggen dat de Orde te veel naar het departement hangt en te bevreesd is voor wat de politiek zou doen als de Orde niet op voorhand meebuigt. Is dat uw werk geweest?
‘Ik geloof niet dat we bevreesd zijn. Ik ben wel altijd voor Realpolitik geweest. Je moet altijd vragen “wat is je Plan B?” Als je je doel niet kunt halen, wat is dan next best? Ik praat inderdaad het liefst tot het uiterste, totdat er een redelijk compromis ligt. Maar als dat niet kan, dan moet het maar knallen. Bij de kostendekkende griffierechten wordt misschien een grens bereikt. En over het toezicht op advocaten zie ik een diepgaand meningsverschil ontstaan, dat waarschijnlijk niet met een beetje kletsen kan worden opgelost. Daar kan het ook gaan knallen.’
Toevallig net na uw tijd.
‘Nee hoor. We hebben vaak de voet dwars gezet bij de toevoegingvergoedingen. En bij no cure, no pay zijn we keihard gebotst met het ministerie, toen is zelfs onze verordening vernietigd. Ik ga niet op voorhand meebuigen. We zijn ook niet begonnen aan de vernieuwing van het toezicht – met advies van Docters van Leeuwen – omdat het ministerie met maatregelen dreigde. De Algemene Raad vond zelf dat het toezicht door de dekens kon worden verbeterd.’
Maar, zo luidt het verzet, er zijn toch geen bewijzen dat advocaten vaak de fout in gaan?
‘Je moet het niet benaderen vanuit de vraag of het vaak misgaat. Ik heb het ook niet over criminelen, maar over dat deel van de balie dat steken laat vallen qua kwaliteit van dienstverlening. Door juridisch niet op de hoogte te zijn of bijvoorbeeld door gebrekkige kantoororganisatie.’
Hoe groot is ‘dat deel van de balie’?
‘Ik ga me niet vastleggen op percentages, ik heb het ook niet uit eigen waarneming maar uit gesprekken met dekens en dergelijke. Er bellen hier nog altijd veel mensen met klachten. Maar goed, laten we het houden op een “beduidend deel”. De advocaat is een bijzondere diersoort, zijn speciale wettelijke positie verplicht tot een zo goed mogelijke juridische dienstverlening. Je moet je standaarden voortdurend in de gaten houden en als het beter kan, dan moet dat ook. Daarom mag ook de overheidsfunctie van de Orde best wat meer uit de verf komen.’
Dat zullen advocaten leuk vinden.
‘De Orde is geen gezelligheidsvereniging, zoals ook een gemeentebestuur dat niet is. Met 16.000 inwoners heb je een klein stadje. De overheid in advocatenstad mag best hard zijn op de regelkant en op de handhavingskant – dat willen veel advocaten zelf ook. En dan doel ik op landelijke en lokale Ordes samen, want bij de lokale ligt de handhaving. In het belang van een goede advocatuur ben ik voor een grimmiger Orde.’
Had u niet OvJ of rechter moeten blijven? Zo te horen was de magistratuur voor u ideaal.
‘Nee, het kriebelde mij toch weer als beleidsmens, ik wilde meedenken over toekomstig beleid. Misschien heb ik geen uitgesproken passie voor de advocatuur, maar ik koester wel het werk voor de rechtsstaat en voor deze PBO, als consumentenbond voor rechtzoekenden.’
Als het maar achter de schermen is? U verwelkomde als gastheer de afgevaardigden bij het college en bij het jaarcongres alle bezoekers, maar bleef verder wat onzichtbaar.
‘Ik ben niet schichtig voor mensen of voor het gewone menselijk contact. En die gastheertaak heb ik altijd heel belangrijk gevonden en leuk. Maar ik scheid graag privé en werk. Recepties zijn me te vluchtig, het blijft zo vaak bij uitwisselen van beleefdheden. Nee, ik dans daar niet graag van de ene hoek naar de andere hoek van de zaal.’
Misschien is het uw achtergrond? U bent immers ook actief in de Protestantse Kerk.
‘Ja, misschien is dat het,’ lacht hij weer. ‘Ik doe net alsof ik een heel saaie calvinist ben.’
Op 8 september draagt Suyver het stokje officieel over aan Raffi van den Berg.
De Orde neemt op 8 september afscheid van Suyver met een, zoals hij zelf wil, ‘luchtig symposium’ over recht en taal in het Haagse Diligentia.
Geen dualisme
Tijdens zijn laatste College van Afgevaardigdenvergadering zei Suyver dat het college geen parlement is, maar een democratisch gekozen ledenvergadering die in beginsel monistisch te werk gaat. ‘Hoed u voor dualisme, dan komt de bestuurbaarheid van de Orde in gevaar. Doe geen experimenten met een onafhankelijke voorzitter of griffier. De algemeen deken is uw vergadervoorzitter en de algemeen secretaris uw secretaris.’ Suyver kreeg een staande ovatie.
CV
Mr. dr. J.J.H. Suyver (1946) was de afgelopen jaren ook voorzitter regionale toetsingscommissie euthanasie en voorzitter commissie Evaluatie antiterrorismeregelgeving (2008-2009). Hij wordt per 1 oktober voorzitter van de Bezwaarschriftencommissie van de gemeente Den Haag. Daarvoor was hij onder andere (hoofd)officier van justitie op verschillende plaatsen (1976-1983); hoofd diverse directies ministerie van Justitie (1983-1994); secretaris-generaal, idem (1994-1996); raadsheer in Den Haag (1996-2001); en secretaris van de Orde (2001-2011). Suyver studeerde in Leiden en promoveerde in 1976 op De zeggenschap over de politie.
Linus Hesselink