Vraag aan een rechter of hij persoonlijke emoties laat doorwerken in het vonnis, en het antwoord zal luiden: ‘Nee, ik kijk alleen naar het recht.’ Volgens Maria IJzermans, docent aan de Universiteit van Tilburg die onlags promoveerde op De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel, is dat onzin. In complexe situaties spelen de persoonlijke emoties van rechters altijd een rol – ook al zijn die niet zichtbaar. Dat biedt mogelijkheden voor advocaten, die in hun pleidooien emoties bij rechters kunnen opwekken en zo de uitspraak een beetje meer kunnen beïnvloeden. Wel moet de opleiding van advocaten meer aandacht besteden aan het proces van oordeelsvorming, want nu is dat nog een onontgonnen gebied. IJzermans: ‘Rechters maken bijvoorbeeld gebruik van vuistregels, zoals “Wat goed voelt zal wel goed zijn.” Daar kun je op inspelen. Verder moet je een rechter nooit echt kwaad maken. Hij zal woede niet tonen, maar boze rechters zijn geneigd minder informatie over een zaak te verzamelen. Als hij echt geïrriteerd raakt door een advocaat, zal de rechter denken: ik weet het nu allemaal wel. Dergelijke kennis is er nauwelijks onder advocaten.’

Download artikel als PDF

Advertentie