Meer China desks bij Rotterdamse kantoren
Met de ingebruikneming van de Tweede Maasvlakte in 2013 wordt de Rotterdamse haven twintig procent groter. Chinese bedrijven, met Rotterdamse advocatenkantoren in hun kielzog, bereiden zich voor op de volgende grote sprong voorwaarts.
Zelden heeft ze moeite het ijs te breken als er bezoekers uit China op kantoor komen, zegt Lin Li, directeur van de China Practice bij Kneppelhout & Korthals. ‘Jackie Chan [een acteur uit Hongkong, red.] heeft hier opnames gemaakt voor zijn film Who Am I? In een scène loopt hij – aan de andere kant van het raam – op een richeltje op de tiende verdieping. Mensen willen dan toch even met hun gezicht tegen het raam aangeplakt zien hoe ver het is naar de grond.’
Maar het gebouw aan de Maas is meer dan een aanleiding tot small talk. Het maakt duidelijk waar de focus van dit kantoor ligt: de haven domineert het uitzicht. En waar de focus van de haven ligt, blijkt wel uit de naam van de nieuwe toegangspoort tot de Tweede Maasvlakte: de Yangtzehaven, vernoemd naar de bijna 6.500 kilometerlange Chinese rivier.
‘Paraplu’ betekent ‘uit elkaar gaan’
Zo’n vijf jaar geleden ontstond bij Kneppelhout & Korthals het idee dat ‘er meer met China’ gedaan moest worden, zegt Li. Dat resulteerde in de oprichting van de China Practice, waar ze sinds haar aanstelling begin dit jaar directeur is. Li leerde het kantoor kennen toen zij op de China desk van een klein Amsterdams kantoor zat en regelmatig samenwerkte met partners van Kneppelhout & Korthals. Nu is zij met twee collega’s – een ondernemingsrechtspecialist en een handel-, industrie- en logistiek expert – het aanspreekpunt op het gebied van investeringen en zakelijke activiteiten in China en Europa. Naast haar juridische werk adviseert ze op commercieel vlak, waarbij culturele verschillen belangrijk zijn.
‘Chinezen hechten veel waarde aan gezichtsbehoud en respect. Dat is een essentieel onderdeel van zakendoen. Belangrijk is ook dat er een klik ontstaat: zonder zo’n band is het lastig om een deal te sluiten.’ Het is ook een proces dat om subtiliteiten vraagt. Zo is het bijvoorbeeld gebruikelijk om zakenrelaties een presentje te geven, zegt Li, ‘maar geef nooit een klok cadeau. Die krijg je als er iemand overleden is.’ Ook zoiets onschuldigs als een paraplu kan een vruchtbare samenwerking in de weg staan, ‘omdat “paraplu” in het Chinees dezelfde klanken heeft als “uit elkaar gaan.”’Dat kleine culturele verschillen grote (financiële) gevolgen kunnen hebben, ondervond onder andere frisdrankfabrikant Coca Cola. In eerste instantie betekende de vertaling van de merknaam ‘bijt de kikkervis van was’. Onder de nieuwe naam kokou-kole (wat ‘geluk in de mond’ betekent) liep de verkoop een stuk beter.
Succes niet verzekerd
Het grote economisch potentieel van China en een paar native speakers op de loonlijst zijn nog geen garantie voor succes. Zo sloot Houthoff in de jaren negentig zijn China desk omdat men met restaurants en im- en exportclubjes niet de clientèle trok die men voor ogen had. En ook het kantoor dat NautaDutilh begin jaren tachtig, samen met meer dan 10 andere buitenlandse kantoren in Beijing opende, kwam te vroeg, zegt Lesley Wang, advocaat bij de Rotterdamse vestiging van dit kantoor. ‘De tijd was er gewoon nog niet rijp voor. Het jaar daarvoor had partijvoorzitter Deng Xiaoping weliswaar zijn opendeurpolitiek met economische hervormingen aangekondigd, maar China was toen nog een echt derdewereldland met een zo goed als failliete overheid en bijna een derde van de bevolking onder de armoedegrens.’
Het rechtssysteem was ook in slechte staat. ‘China werd van oudsher centraal bestuurd, wat handig is voor het uitvaardigen van wetten,’ zegt Wang. ‘Maar toen het keizerrijk aan het begin van de twintigste eeuw begon af te brokkelen, werd veel wetgeving overgenomen uit Frankrijk, Duitsland en Engeland. Nadat de communisten in 1949 aan de macht waren gekomen, vertrok veel juridische kennis naar het niet-communistische Taiwan. En toen kwam de grootste klap: de Culturele Revolutie.’ Tussen 1966 en 1973 kwamen niet alleen miljoenen Chinezen om, maar werd ook een aanzienlijk deel van China’s culturele en maatschappelijke erfgoed overboord gegooid. Docenten, bestuurders en artsen moesten lichamelijke arbeid verrichten en ook advocaten werden hard aangepakt. In 1976 waren er in heel China nog maar zo’n 3.000, hoewel ook het aantal genoemd wordt van 200.
De effecten van deze kaalslag, gecombineerd met China’s gesloten samenleving en het communistische gedachtegoed, zijn tot op de dag van vandaag merkbaar, zegt Wang. ‘Een gebouw kun je slopen en zo weer opbouwen. Maar als je het rechtssysteem om zeep helpt, dan is wederopbouw lastiger.’ Dat China het bijvoorbeeld niet zo nauw neemt met auteursrechten, is volgens Wang te wijten aan een politiek klimaat waarin het individu weinig voorstelt. Ook kan bij het nemen van bedrijfsmatige beslissingen binnen staatsbedrijven politiek een rol spelen, wat de efficiëntie niet altijd ten goede komt. En dat Chinese ondernemers bij conflicten meer vertrouwen op goede relaties met hooggeplaatsten dan op de rechter, is te wijten aan de chaos, corruptie en terreur die werd gelegitimeerd door de Culturele Revolutie.
Ontwakende draak
Anderzijds doet het land zijn best die achterstand in te halen. Men besefte dat buitenlandse investeerders, onontbeerlijk voor economische groei, weg zouden blijven als ze niet op de wet en het rechtssysteem konden vertrouwen. Zo konden, met het versoepelen van China’s reisbeleid begin jaren tachtig, de eerste Chinese rechtenstudenten naar het westen vertrekken. Waar deze generatie vooral kwam om theoretische kennis te vergaren, daar komen Chinezen nu vooral die knowhow opdoen die het internationale zakelijke handelsverkeer van hen verlangt. En daarbij valt de keuze vaak op Nederland.
‘Mijn professoren in China vertelden dat je in Nederland goed terechtkunt voor internationaal recht,’ zegt Li. ‘Voor mij was dat niet de doorslaggevende factor, want dat kan in Engeland ook. Maar daar stopt men op universiteiten alle Chinezen bij elkaar en ik wilde juist graag andere mensen leren kennen.’ Ook Wang besloot zeven jaar geleden vanwege de positieve verhalen van professoren naar Nederland te komen. ‘Ik kende het land al door het Internationale Strafhof. Toen ik mijn professoren, die in Leiden gestudeerd hadden, vroeg naar hun ervaringen, waren beiden vol lof over de open en vriendelijke Nederlandse maatschappij.’
Daarnaast biedt het leven in Nederland kansen die ze thuis niet of pas later krijgen, zegt Li. ‘Ik was 26 toen ik in 2009 premier Balkenende en toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen tijdens hun bezoek aan China mocht begeleiden. Als ik bij een Chinees advocatenkantoor was gaan werken, had ik nooit nu al een minister ontmoet. Het feit dat ik in Nederland werk, zal altijd toegevoegde waarde hebben.’ Ook het dagelijks blootstaan aan westerse, democratische invloeden heeft zo zijn effecten, zegt Wang. ‘Het is altijd een droom van mij geweest om dj’s te managen en ik ben op een gegeven moment naast mijn werk bezig geweest om Nederlandse dj’s naar China te halen. In Nederland kan dat. Hier leven betekent meer vrijheid en meer keuzes kunnen maken. Dat is ver verwijderd van de wereld waarin ik ben opgegroeid met het communistische idee “je moet hard werken voor de gemeenschap en je best doen voor elkaar”. Nu speel ik mee in een theaterproductie omdat ik dat leuk vind en NautaDutilh geeft mij daarin alle vrijheid.’ Chinezen die voor zaken naar Nederland komen, zijn de afgelopen jaren ook veranderd, zegt Wang. ‘Meer Nederlanders willen met ze werken, dus zijn ze kieskeuriger geworden. Ook zitten hier inmiddels zo veel Chinese bedrijven dat ze elkaar om feedback kunnen vragen.’
‘Samen groeien’
Naar verwachting wordt China tussen 2020 en 2030 de grootste economie ter wereld. Nederland – en in het bijzonder Rotterdam – zal bij het bereiken van die toppositie een belangrijke rol spelen, zegt Li. ‘Veel Chinese bedrijven gebruiken Nederland vanwege de strategische ligging. Daarnaast is het serviceniveau hoog en zijn de vestigingskosten de laagste van Europa.’ Ook het huisvesten van de grootste havens ter wereld schept een band. ‘Rotterdam en Sjanghai doen steeds meer zaken met elkaar en in de havens loopt men tegen dezelfde soort problemen aan.’
Zorgen over de ambities van havens als Bremen, Hamburg en Antwerpen hoeft men zich in Rotterdam niet te maken, aldus Li. ‘De reputatie van Rotterdam en Nederland als de gateway to Europe blijft in China hoog aangeschreven staan. Bovendien, je kunt anderen niet verbieden om te groeien. Maar dat betekent wel dat je zelf nog harder moet groeien.’
Voor Kneppelhout & Korthals betekent dat dat in de toekomst nog harder op cliënten uit China ingezet zal worden, zegt Li,‘om zo samen te kunnen groeien. Maar daarvoor is het van belang dat de komende tien jaar het wederzijdse vertrouwen toeneemt en dat het zakelijke en juridische klimaat in China verbetert. Maar hoe meer contact er over en weer is, des te makkelijker dat gaat.’
Advocaten rollen de rode loper uit
Rotterdamse advocatenkantoren besteden de laatste jaren steeds meer aandacht aan China. Zo zijn er China desks te vinden bij NautaDutilh, Loyens & Loeff, AKD en Houthoff Buruma, maar ook kleinere kantoren roeren zich. Thöenes Van der Hoeff & Lichtenveldt Advocaten vermeldt bijvoorbeeld op de website dat Jenny Hu vloeiend Mandarijn spreekt; met Goddin Lee beschikt ook Smallegange over een advocaat die vloeiend is in Chinees-Kantonees; Klaassen Advocaten beschikt over goede expertise op het gebied van internationale contracten, vooral met partijen in China; Jomec International Lawyers, mede opgericht door mr. Patty Yuen, de eerste vrouwelijke advocaat van Chinese afkomst, is gespecialiseerd in het bedienen van Nederlandse en Chinese cliënten; Arbeidsrechtspecialisten SørensenWeijers&Ko adviseren bij het uitzenden van personeel naar China; en bij Collet Advocaten houdt men zelfs een blog bij gewijd aan het land.
Chinese ondernemingen in Nederland
Er zijn momenteel ongeveer 300 Chinese ondernemingen gevestigd in Nederland en in de Rotterdamse haven houdt een kwart van de overslag verband met China business. Meer en meer Chinese ondernemingen vestigen zich hier en een groeiend aantal daarvan plaatst hun Europese hoofdkantoor in Nederland. Daarnaast wordt er door Chinese ondernemingen vaker deelgenomen in projecten, zoals bijvoorbeeld het European China Centre in Rotterdam. Ook worden Chinese overnames steeds normaler: in 2002 werd drogisterijketen Kruidvat overgenomen door Hutchison Whampoa en in het buitenland kwamen de bedrijven Alcatel, Thomson en IBM Computers in Chinese handen. Vorig jaar liepen de totale overzeese investeringen van het land op tot zo’n 60 miljard dollar.
100 jaar Chinezen in Nederland
Ingehuurd als stakingsbrekers arriveerden de eerste Chinezen precies een eeuw geleden in Nederland. Na de oorlog volgde, in het kielzog van terugkerende Indiëgangers, de tweede groep, die zich vooral op de horeca stortte. Sinds 1990 is er sprake van een derde golf, die het gevolg is van het Chinese beleid om studenten naar het westen te sturen.
Inmiddels wonen er ongeveer 110.000 Chinezen in Nederland en die doen het bovengemiddeld goed, zo concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau onlangs. Twee derde van de Chinese leerlingen volgt havo- of vwo-onderwijs en van de tweede generatie gaat 85 procent naar het hoger onderwijs.
Mark Maathuis