Het is negentien kilometer van mijn huis naar de veredelde militaire barakken waar het Rode Khmer-tribunaal gevestigd is. Ik heb een fiets gekocht en stort mij iedere ochtend, enigszins bevreesd, in het verkeer van Phnom Penh.
Het tribunaal is een hybride instelling, die er op bewonderingswaardige wijze in geslaagd is de Cambodjaanse bureaucratie met die van de Verenigde Naties te combineren. De mix laat zich goed met het verkeer hier vergelijken. Als je het hier langer wil uithouden, is het de kunst iedere tegenslag gelaten te ondergaan. Ik heb inmiddels geleerd mij nergens meer over op te winden, zoals je ook maar beter niet tegen de stroom van het verkeer in kunt fietsen.
Zo kregen wij vorige week te horen dat het proces tegen onze cliënt, de beweerdelijke linkerhand van Pol Pot, niet in september zal beginnen, maar op zijn vroegst pas in januari van het volgend jaar. Over dit soort belangrijke veranderingen in de agenda worden de partijen nooit geraadpleegd. Hier geen ‘verkeerstoren’ die belt om voorzichtig te vragen of de planning van de zitting niet botst met de ongetwijfeld overvolle advocatenagenda. Mededelingen over de planning bereiken ons hier altijd via de geruchtenmolen, meestal ’s avonds aan de bar, en worden nooit formeel bekrachtigd. Het tribunaal doet niet aan zeker weten.
Het hoofd van de administratie hier, die in dit soort bureaucratieën paus is, adviseerde mij dan ook vooral een weidse blik op de kaart van de regio te werpen. Talloze leuke, toeristische bestemmingen binnen handbereik; en dat voor een habbekrats. De ICT-afdeling van het tribunaal heeft al weer een tijd geleden de toegang tot alle toeristische internetsites geblokkeerd, in een wanhopige en bij voorbaat kansloze poging medewerkers bij de les te houden. Facebook opent, om dezelfde reden, pas om drie uur ’s middags, anderhalf uur voor het vertrek van de ‘shuttle’, terug naar de stad. Ongetwijfeld een zwaarbevochten concessie van de ICT-afdeling; die anderhalf uur is hoognodig om drukke sociale agenda van de medewerkers van het tribunaal op orde te houden.
Ik zit hier nu zonder Facebook, maar gelukkig niet alleen. Eén van mijn collega’s is Jasper Pauw, een Amsterdamse advocaat die zich hier twee jaar geleden genesteld heeft om zich met mij aan de verdediging van Pol Pots linkerhand te wijden. Gezien de onzekere toekomst van dit tribunaal, kan het echter geen kwaad op twee paarden te wedden. Hij is daarom een nieuwe carrière begonnen, als fotomodel. Vorige week verschenen zijn eerste foto’s in F-magazine, toonaangevend modeblad van Cambodja.
Wat er ook gebeurt: onze aanwezigheid hier zal niet onopgemerkt blijven.

•Het proces tegen leden van het Rode Khmer-regime begint misschien pas in januari, maar Michiel Pestman woont nu al in Phnom Penh ter voorbereiding van het proces tegen zijn cliënt Nuon Chea.

Advertentie