Raad van Discipline Den Bosch 10 januari 2011, LJN: YA1332
Bewoordingen in het kader van gevoerde procedures niet onnodig grievend.
– Art. 46 Advocatenwet (3.1 Vrijheid van handelen; 3.2 Grenzen aan die vrijheid; 3.3 Voorbeelden van wat wel of niet betaamt; 3.3.1 Grievende uitlatingen)
– Gedragsregels 30 en 31
Feiten
Mr. X heeft ten behoeve van zijn cliënten in een procedure een besluit van het college van B & W van de gemeente Y ter discussie gesteld. Ook hij heeft beschuldigingen geuit aan het adres van het college en diverse ambtenaren. Het ging daarbij om de volgende kwalificaties: bekendheid met/medewerking aan een illegale handelwijze, bedrog, bewust onwetend houden, op het verkeerde been zetten.
Klacht
1 mr. X heeft zich onnodig grievend uitgelaten door het doen van voormelde uitingen;
2 mr. X onthoudt zich niet van het verstrekken van gegevens waarvan hij weet dat die onjuist zijn.
Een en ander is in strijd met Gedragsregel 31.
Overwegingen
De raad oordeelt dat het college van B & W (als werkgever) als klager kan optreden. Aangezien sprake is van een klacht met betrekking tot het optreden van de advocaat van de wederpartij, dient vooropgesteld te worden dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos of op ontoelaatbare wijze worden geschaad. In zijn algemeenheid worden uitlatingen van de advocaat van de wederpartij vaak als onaangenaam ervaren. Gebleken is dat mr. X namens zijn cliënten heeft betoogd dat sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding en dat hij in dat kader omstandigheden heeft aangevoerd op basis waarvan in rechte de nietigheid van rechtswege van de bouwvergunning zou moeten worden aangenomen. In de bestuursrechtelijke procedures is het betoog verworpen. Mr. X heeft aangegeven een civiele procedure te beginnen met als grondslag onrechtmatige overheidsdaad. Het stond mr. X vrij in het kader van de door hem gevoerde procedures zich te bedienen van de door hem gebezigde bewoordingen. Weliswaar kunnen deze bewoordingen als grievend worden ervaren, ze zijn naar het oordeel van de raad niet onnodig grievend.
Beslissing
Verklaart de klacht ongegrond.