De verdediging van Robert M., hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak, is het kantoor Anker & Anker strafrechtadvocaten in Leeuwarden op een stroom van honderden haatmails komen te staan, zo meldden diverse media eerder deze maand. De mails – en een enkele brief – zijn zowel gericht aan M.’s advocaten Wim Anker en Tjalling van der Goot, maar ook aan kantoorgenoten. ‘De adressering is wisselend,’ aldus Van der Goot. ‘In de mails wordt beledigd en ziektes toegewenst, en op verschillende manieren bereiken het kantoor ook bedreigende mails. Als de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming een klacht over de detentieomstandigheden van M. gegrond heeft verklaard, of als er weer een zitting is, dan komen de mails weer op gang.’
Van der Goot laat zich echter niet van de wijs brengen. ‘Ik lees maar een klein deel van de mails, anders dan sommige kantoorgenoten. Je wordt er maar chagrijnig van en ik ga de angst niet opzoeken. Maar soms kan ik ze niet vermijden, dan komen ze rechtstreeks naar mij. Het beïnvloedt mijn werk absoluut niet. Dat zou ook niet best zijn, dan kreeg je misschien een slechte verdediging. En in de toekomst zal ik er bij het aannemen van zaken ook geen rekening mee houden, al zal een zaak als deze, met zoveel emoties en zulke grote aantallen, sowieso niet snel nog eens voorbijkomen.’
Ook van het thuisfront heeft Van der Goot geen kritiek vernomen. ‘Er is altijd wel wat aan de hand, bij grote strafzaken, maar ze hebben niet gezegd “hou er mee op”.’ Maar ook voor hem zijn er grenzen, zegt Van der Goot. ‘Die ligt bij bedreigingen. Die heb ik gelukkig niet in persoon ontvangen, en ik weet ook niet van bedreigingen aan mij persoonlijk. Als er een politiecontainer bij kantoor moet staan of als je constant bewaakt moet worden, zodat ik mijn werk niet meer vrijelijk kan doen, dan is het niet meer acceptabel.’