Bezing ons, o Arthur, de schoonheid van je systeemtoezicht. Bezing vooral voor de veiligheidsfetisjisten van de Schedeldoekshaven de elegantie van je stelsel, zoals het ontspringt aan het wezen van de advocatuur – dat nobele beroep dat naar zijn aard in onafhankelijkheid moet worden uitgeoefend, jegens de cliënt, jegens de wederpartij, jegens de rechter maar vooral en zeker ook jegens de Schedeldoekshaven.
Als dit stukje verschijnt ligt de toegang-tot-het-recht-demonstratie achter ons en is het wachten op de afronding van het wetgevingsproces. Het gaat om meer dan het financiële effect. Het gaat erom of wij een overheid hebben die jegens haar burgers welwillend is, en of die overheid wil begrijpen dat het kunnen krijgen van je recht wezenlijker is dan het geld waarop het – wellicht – waardeerbaar is.
Maar wij dienen ons nu ook te richten op de toezichtdiscussie die is ontbrand doordat staatssecretaris Teeven een wetsontwerp met betrekking tot het toezicht op de advocatuur in consultatie heeft gegeven. Daar kleven voor de advocatuur en voor de aan de advocatuur toevertrouwde belangen ernstige bezwaren aan. En dat terwijl de advocatuur zelf ver gevorderd is met het ontwerpen en ook invoeren van een voor de advocatuur op maat gesneden vorm van toezicht dat het uiteindelijk te dienen doel, te weten de bewaking van het algemeen belang van een deugdelijke advocatuur, dus het belang van de rechtzoekenden, al optimaal bevordert. Bovendien is integratie van de oplossing van enkele bezwaren die in het Teeven-voorstel worden aangepakt, in het voorstel van Docters van Leeuwen heel goed mogelijk. Ik riep hem in het begin van dit stukje niet voor niets aan als de muze van het verfijnde toezicht.
De meest springende – lang niet alle! – punten van bezwaar tegen het voorstel van het ministerie zijn:
• het onderbrengen van de behandeling van klachten bij de tuchtrechter en de daarmee gepaard gaande uitschakeling van de deken als orgaan dat in eerste instantie schikt en in tweede instantie – in een resterende minderheid van de gevallen – de tuchtrechter deugdelijk instrueert;
• het geven van overheidscontrole aan de benoeming van personen aan wier instructie de dekens onderworpen zullen zijn;
• het budgetrecht voor dit nieuwe toezicht bij de minister, met een gehandhaafde toerekening van de kosten aan de balie.