Hof van Discipline 21 januari 2011
Raad van Discipline ’s-Gravenhage 21 juni 2010, LJN: YA0986
Dreigen met rechtsmaatregelen en communicatie met advocaat wederpartij.
– Art. 46 Advocatenwet art. 46 (3.1 Vrijheid van handelen; 3.2 Grenzen aan die vrijheid; 5.4 Welwillendheid in het algemeen)
– Gedragsregel 17
Feiten
Mr. X trad als advocaat op voor een aannemer met wie klager een geschil had met betrekking tot de afrekening van meer- en minderwerk, werkzaamheden die nog niet zouden zijn uitgevoerd en door klager geconstateerde – maar door de cliënt van mr. X betwiste – gebreken. Mr. X heeft klager gesommeerd tot betaling van openstaande facturen. Klager heeft een eigen advocaat ingeschakeld. Mr. X en de advocaat van klager hebben tussen 26 juni en 10 september 2009 over en weer gecorrespondeerd. Deze correspondentie heeft ertoe geleid dat een opname door een deskundige heeft plaatsgevonden.
Op 1 september 2009 schrijft mr. X aan de advocaat van klager dat zijn cliënt hem heeft gevraagd uitsluitend op brieven te reageren als dat strikt noodzakelijk zou zijn.
Klacht
a) Mr. X heeft klager bestookt met dagvaardingen en gedreigd het faillissement aan te vragen;
b) mr. X reageert stelselmatig niet op schriftelijke verzoeken van de advocaat van klager.
Overwegingen raad
Aangezien de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt, welke vrijheid niet ten gunste van de wederpartij mag worden beknot tenzij diens belangen daarbij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad, geldt dat de onder a) verweten handelwijze van mr. X niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is.
Ten aanzien van klachtonderdeel b) geldt evenzeer dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt. Niettemin geldt ook het vereiste van welwillendheid ten opzichte van andere advocaten en het belang van instandhouding van goede confraternele verhoudingen. Mr. X had daarom moeten reageren op de verzoeken van de advocaat van klager. De instructie van cliënt ontslaat mr. X niet van deze verplichting.
Beslissing raad
Verklaart klachtonderdeel a) ongegrond en klachtonderdeel b) gegrond onder oplegging van de maatregel van berisping.
Overwegingen hof
Uitsluitend onderdeel b) maakt nog onderdeel uit van de klachtprocedure in hoger beroep. De regel dat advocaten moeten streven naar een op welwillendheid en vertrouwen berustende onderlinge verhouding betekent niet dat de advocaat steeds inhoudelijk moet reageren op brieven van de advocaat van de wederpartij. Daartoe is de advocaat nog minder gehouden nu hij daardoor zou handelen in strijd met zijn opdracht. Klager had concreet en onmiskenbaar duidelijk moeten maken dat verweerder in zijn communicatie zodanig tekort is geschoten dat de belangen van klager daarbij nodeloos op ontoelaatbare wijze zijn geschaad.
Beslissing hof
Vernietigt de beslissing van de raad en verklaart klachtonderdeel b) alsnog ongegrond.