ABA-president William T. Robinson III maakt zich, net als Amsterdams deken Kemper, grote zorgen: jarenlange bezuinigingen op het rechtssysteem hollen het systeem uit.
Bill Robinson III, de president van de American Bar Association (ABA), is een imposante man van het type dat je zelden buiten de VS tegenkomt. De ABA-president is eind augustus in Amsterdam te gast op het jaarcongres van de International Association of Young Lawyers (AIJA). ’s Ochtends heeft hij het congres toegesproken; ’s middags troont de Amsterdamse deken Germ Kemper hem mee naar café De Engelse Reet, een typisch Amsterdams bruin café. Robinson bestelt een bourbon met veel ijs, Kemper een biertje.
De ABA is met bijna 400.000 leden de grootste organisatie van advocaten ter wereld. Hij heeft een ambtstermijn van een jaar en heeft, anders dan Kemper, geen toezichthoudende taken. Robinson: ‘Amerikaanse advocaten rapporteren aan de rechterlijke macht. En dat willen we graag zo houden, want het werkt heel goed. Een onafhankelijke advocatuur is de sleutel tot onze constitutionele democratie. Alleen als de advocatuur zich kan verweren tegen de uitvoerende macht en de wetgevende macht is de bescherming van de minderheid tegen de tirannie van de meerderheid gewaarborgd.’
Kemper: ‘Ben ik met u eens. Hier in Nederland staat men op het punt om wetgeving in te voeren die onze onafhankelijkheid aantast.’
Robinson: ‘Dat is jammer. Heel jammer. Vooral voor de cliënten. Het is een venijnige trend: ook bij de Canadese Orde werd vorige maand deze discussie gevoerd. Natuurlijk moeten wij de vertrouwelijke cliëntinformatie zo goed mogelijk beschermen. Als je dat niet doet breng je de kwaliteit van de rechtspleging en de juridische vertegenwoordiging in gevaar, want dan wordt er niet behoorlijk gecommuniceerd. En zonder goede communicatie wordt er geen vooruitgang geboekt, je raakt in een impasse. Het verschoningsrecht wordt alleen na toestemming van een rechter doorbroken, en dan nog krijgt de auditor geen inzage in informatie van de cliënt.’
Rechter voor de meerheid
Je zou het niet zeggen, maar Robinson is pas twee weken in functie. Eén van zijn eerste daden was het schrijven van een open brief over de problemen die ontstaan wanneer de overheid de gerechten onvoldoende financiert.
Robinson: ‘Neem bijvoorbeeld New York. Gouverneur Como, pas aangetreden, haalde 187 miljoen dollar weg bij de gerechten. Bijna 500 mensen werden onmiddellijk ontslagen. De rechters die bleven hebben al twaalf jaar geen loonsverhoging gekregen terwijl de kosten van levensonderhoud alleen maar zijn gestegen. Wat denk je dat er gebeurt? Vaker dan ooit tevoren in de geschiedenis van New York nemen rechters ontslag.’
Kemper: ‘Ook hier wordt enorm gesneden in de overheidsuitgaven. De overheid heeft plannen om de kosten van procedures te laten betalen door de gebruikers, zodat het systeem zichzelf kan bedruipen.’
Robinson: ‘Bedoelt u dat het recht alleen nog toegankelijk wordt voor mensen die het kunnen betalen? Is dat rechtvaardig? Kun je dan nog spreken van gelijkwaardige rechtspraak?’ Maar het besef dat de ondergrens bereikt is dringt maar langzaam door tot het publiek, zegt Robinson. ‘Een van de problemen wereldwijd is dat goed burgerschap niet meer wordt onderwezen. Generaties groeien nu op zonder te begrijpen dat de rechter er niet is om de meerderheid te vertegenwoordigen. Dat is de taak van de wetgever en de uitvoerende macht. Maar de rechter is er voor checks and balances, om de machten in evenwicht te houden, en de machtelozen te beschermen tegen machthebbers. Dat is de sleutel tot de democratische rechtsstaat. Zonder goed functionerende gerechten is er chaos. Zet de televisie maar aan: je kijkt naar Egypte, Pakistan, noem ze maar op. Toen de zaak Bush vs. Gore werd uitgevochten en het Supreme Court besloot dat Bush had gewonnen, braken er geen rellen uit. Er rolden geen tanks door de straten. Mensen respecteerden de beslissing van de rechter.’
Tatiana Scheltema