Griffierechten, kansloze zaken wegfilteren en procesvertegenwoordiging zouden de werkbelasting van het EHRM kunnen verminderen, denkt het kabinet. EHRM-rechter Egbert Myjer twijfelt.

In slechts 1 procent van de 150.000 zaken die bij het hof aanhangig zijn, wordt geklaagd over Nederland. Maar als er niet snel wat gebeurt, is het functioneren van het hof op lange termijn niet gewaarborgd, schreef het kabinet begin oktober aan de Tweede Kamer. Het kabinet denkt onder meer aan de invoering van griffierechten, die je kunt terugkrijgen als de klacht gegrond is. Dat laatste is in slechts tien procent van alle klachten het geval. Een speciale functionaris van de griffie zou de zaken beter moeten filteren. Verplichte procesvertegenwoordiging zou lichtvaardig procederen wellicht ook kunnen voorkomen. Verder zou het verzoek om een voorlopige voorziening nader moeten worden gereguleerd. In 2011 hebben Nederlandse advocaten al 150 verzoeken ingediend, acht daarvan zijn toegewezen.
    Egbert Myjer, raadsheer bij het hof in Straatsburg, is niet onverdeeld positief over de griffierechten: ‘Ik denk dat klagers die nu nog denken “Het is gratis en je weet maar nooit” zich inderdaad extra gaan bedenken voordat ze een klacht indienen. Maar het betekent hier een enorme administratieve rompslomp. Bovendien moet je weer allerlei uitzonderingen gaan verzinnen voor “personae miserabiles” die geen cent te besteden hebben.’

Helpt verplichte procesvertegenwoordiging?
‘In de meeste gevallen tegen Nederland gebeurt dat al. Ik kan me soms niet aan de indruk onttrekken dat er – in het bijzonder in vreemdelingenzaken – advocaten zijn die bijna automatisch doorprocederen naar ons hof. [Zie ook het artikel van Myjer c.s. in het vorige nummer: ‘Tien misverstanden. Voorlopige voorzieningen in vreemdelingenzaken aanvragen bij het EHRM’, Advocatenblad 2011-13; red.] Heel soms ben ik weleens benieuwd hoeveel advocaten dat nog zouden doen als ze alleen maar een toevoeging zouden betaald krijgen wanneer de klacht leidt tot het opleggen van een voorlopige maatregel of een communicatie. Maar een vorm van procesvertegenwoordiging zou kunnen leiden tot overzichtelijkere dossiers en een betere formulering van waar de klacht echt om gaat.’
En dat een speciale functionaris van de griffie kennelijk ongegronde klachten eruit filtert – daar kan niemand toch tegen zijn?
‘Nu gebeurt dat eigenlijk ook al, zij het dat een rechter altijd het laatste woord heeft. Om een voorbeeld te noemen: ik ben “single judge” voor Rusland. De griffie maakt – met allerlei ingebouwde quality checks – samenvattingen van alle kennelijk niet-ontvankelijke zaken met een voorstel voor de reden van niet-ontvankelijkheid. Ik haal er op de honderd samenvattingen toch altijd wel één of twee uit waarover ik extra informatie wil hebben of waarover ik liever wil raadkameren met collega’s.’

Dat zet dus geen zoden aan de dijk?
‘Alle beetjes helpen om vooral de instroom van kennelijk niet-ontvankelijke zaken in te dammen. Het is zorgelijk dat wij zoveel tijd moeten besteden aan het lezen en beoordelen van dat soort zaken. Negentig procent is niet-ontvankelijk, omdat klagers – en hun advocaten – de ontvankelijkheidsvereisten niet nakomen. Of omdat ze ten onrechte denken dat ons hof een “vierde instantie” is. Dat zijn wij nu net niet.’

Lex van Almelo

Download artikel als PDF

Advertentie