Raad van discipline Den Bosch 15 november 2010, LJN: YA 1203
Een advocaat die een zaak van een andere advocaat overneemt waarin een toevoeging is afgegeven, dient uit eigen beweging tot financiële afrekening met zijn voorganger over te gaan.
– Art. 46 Advocatenwet (4.5 Welwillendheid in het algemeen; 5.5 Nakomen van financiële verplichtingen)
– Gedragsregels 17, 23 lid 1 en 33
Feiten
Mr. X heeft het dossier in een strafzaak, inclusief de toevoeging, van mr. A overgenomen. Kort daarna heeft mr. A een opgave verstrekt van de door hem in de zaak verrichte werkzaamheden, met het verzoek aan mr. X te zijner tijd een voorstel tot verrekening te doen. Mr. A heeft enkele malen schriftelijk en telefonisch aan mr. X verzocht om tot financiële afwikkeling over te gaan. Mr. X heeft op die verzoeken niet gereageerd. Daarop heeft mr. A de tussenkomst van de deken verzocht. Mr. X heeft aan de deken bericht dat hij nog geen wijziging van de toevoeging heeft aangevraagd en de toevoeging – op advies van de rechtbank – heeft teruggestuurd aan mr. A, zodat deze zijn uren alsnog in rekening kon brengen. De deken heeft vervolgens bezwaar tegen mr. X gemaakt.
Dekenbezwaar
1 Mr. X heeft jegens mr. A niet de welwillendheid en het vertrouwen in acht genomen die ten grondslag behoren te liggen aan de onderlinge verhouding tussen advocaten;
2 de organisatie en inrichting van het kantoor van mr. X zijn niet in overeenstemming met de eisen van een goede praktijkuitoefening;
3 mr. X heeft niet de financiële nauwgezetheid en zorgvuldigheid die hem betaamde in acht genomen.
Overwegingen
1 Het had op de weg van mr. X gelegen uit eigen beweging tot financiële afrekening met mr. A over te gaan. In ieder geval had van hem verwacht mogen worden dat hij binnen een redelijke termijn de verzoeken van mr. A beantwoordde. De door mr. X aangevoerde omstandigheden vormen geen enkel beletsel om op de verzoeken van mr. A in te gaan. Het eerste bezwaar is gegrond.
2 Het feit dat mr. X zelf nalatig is geweest in de financiële afrekening met mr. A rechtvaardigt niet de conclusie dat de financiële organisatie van het kantoor van mr. X niet in orde is. Het tweede bezwaar is ongegrond.
3 Een advocaat is gehouden tot nauwgezetheid en zorgvuldigheid in financiële aangelegenheden. Mr. X heeft verzuimd een wijziging van de toevoeging aan te vragen, heeft vervolgens nagelaten eigener beweging over te gaan tot financiële afrekening met mr. A en heeft zelfs gedurende een lange periode in het geheel niet gereageerd op verzoeken van mr. A daartoe. Mr. X is verwijtbaar tekortgeschoten en heeft zich aldus niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Het derde bezwaar is gegrond.
Gelet op het tuchtrechtelijk verleden van mr. X wordt na te melden maatregel passend en geboden geoordeeld.
Beslissing raad
– verklaart de onderdelen 1 en 3 van het bezwaar gegrond;
– legt aan mr. X ter zake de maatregel van berisping op.