Deze maand behandelde de Tweede Kamer de begroting Veiligheid en Justitie. Vijf justitiewoordvoerders kijken terug – en vooruit. Hoe gaat het verder met advocatuur en recht-spraak onder dit kabinet, als het aan VVD, D66, PVV, PvdA en SP ligt?

 

VVD-woordvoerder (en advocaat) Ard van der Steur zegt dat hij ‘wel kan leven’ met de aangepaste plannen van minister Ivo Opstelten voor de verhoging van het griffierecht. Het stemt hem tevreden dat het griffierecht voor verweerders in kantonzaken weer is geschrapt en dat de tarieven voor de bestuursrechter zijn gematigd.

    
‘Maar enige zorg over de impact van de voorstellen heb ik nog wel. Daarom zal ik de minister vragen om de invoering van het stelsel een half jaar te monitoren. Verder ga ik hem voorstellen voor het bestuursrecht het griffierecht te laten differentiëren: een laag tarief voor natuurlijke personen en een hoger voor rechtspersonen.’ Op deze wijze wil de VVD nog beter waarborgen dat de individuele burger kan opkomen.

    
Van der Steur heeft geen boodschap aan de grote woorden die de oppositie gebruikt over de toegankelijkheid van de rechtspraak. ‘De rechtsstaat is niet in het geding, ondanks de bezuinigingen die worden uitgevoerd,’ reageert hij. Ook de verwijten uit de advocatuur – waarin Van der Steur jarenlang heeft gewerkt – over de toegankelijkheid van de rechtspraak doen hem niet veel. ‘Dan antwoord ik: hoe zit het dan met uw tarieven? Beperken die de toegankelijkheid van het recht dan niet? We moeten niet vergeten dat de kosten voor de advocaat vele malen hoger zijn dan de griffierechten. Het is een discussie die niet wordt gevoerd.’

    
Dat we gaan naar kostendekkende griffierechten, bestrijdt Van der Steur. ‘Met een miljard euro zijn de totale kosten van de rechtspraak nog altijd hoger dan de opbrengsten van het griffierecht.’ Hij erkent dat bij die kosten wel meegeteld zijn de strafzaken waarvoor geen griffierechten worden betaald.

    
Van der Steur hoopt, net als minister Opstelten, dat met een uitbreiding van mediation het beroep op de rechter ingeperkt kan worden. Zelf komt hij met een initiatiefvoorstel dat een bemiddelingspoging met juridische waarborgen omkleedt. ‘Ik wil dat een overeenkomst bewerkstelligd door de mediator ook executoriale kracht krijgt. Partijen hebben dan een titel waarmee ze naar de deurwaarder kunnen stappen.’

    
Van der Steur is ook voorstander van een versteviging van het toezicht op de advocatuur. ‘Ik vind dat het nu niet oplevert wat je ervan mag verwachten. Het mag niet zo zijn dat een deken, in het kader van het toezicht, nooit eens een zitting bijwoont of een kantoor bezoekt. De Orde moet zich afvragen of een advocaat die pretendeert alle rechtsgebieden te beheersen, wel de gewenste kwaliteit levert. Het is goed als leden van de beroepsgroep zich specialiseren. Ik geloof niet zo in de generalist om de hoek.’

Schouw:‘We geven een stabiele basis aan rechtspraak’

D66 kondigde tijdens begrotingsbehandeling een aanvalplan aan om de rechtspraak te ontzetten. Volgens woordvoerder Gerard Schouw maakt het huidige kabinet zich schuldig aan een ongezond partijtje ‘rechter bashing’. ‘De populistisch geluiden over zogenaamde “softe rechters” worden niet hardop tegengesproken, de bewindslieden perken de vrijheid van rechters in met het voorstel voor minimumstraffen. Het vertrouwen in de rechtsstaat wordt hiermee ondermijnd.’

    
Belangrijk programmapunt uit het aanvalsplan van D66 is de opname van de toegankelijkheid van de rechtspraak in de grondwet. ‘De vermaledijde verhoging van de griffierechten zet die toegankelijkheid wel degelijk onder druk. Door er een grondwetsartikel van te maken, doen we tenminste iets. Het geeft een stabiele basis aan de rechtspraak waarvan een volgend kabinet niet zomaar kan afwijken.’

    
Minister Opstelten reageerde tijdens het begrotingsdebat dat de toegankelijkheid van het recht al goed is geregeld in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Schouw vindt dat een flauw gelegenheidsargument. ‘Het is nota bene dit kabinet dat niet veel moet hebben van internationale verdragen.’

    
Hij geeft toe dat opname van de toegankelijkheid van het recht in de Grondwet toekomstmuziek is, omdat er jaren overheen gaat. Daarom blijft hij zich ook verzetten tegen de huidige plannen van het kabinet voor de verhoging van de griffierechten. ‘Ik kan me nog voorstellen dat we de rechten laten meestijgen met de inflatie, maar de maatregelen van het kabinet zijn zo bot. Ik herhaal nog maar eens: burgers gaan niet voor niets naar de rechter. Ik zie nog wel mogelijkheid om meer geschillen via mediation af te doen. Rechtswinkels zouden mensen misschien eerder op die mogelijkheid kunnen wijzen. Maar in laatste instantie moeten ze toch bij een rechter kunnen opkomen.’

Ook plannen van staatssecretaris Teeven om nog meer te bezuinigen op de rechtsbijstand, kunnen bij D66 niet op bijval rekenen. ‘We zouden daar misschien nog iets vanaf kunnen halen, maar dan praat je echt over dubbeltjes en kwartjes.’

D66 ageert in haar aanvalsplan ook tegen de overheveling van strafrechtelijke afdoeningen naar het bestuursrecht. ‘Dat frustreert eveneens de gang naar de rechter. Eerst een boete en dan mag de burger die eventueel nog aanvechten bij de rechter. Het is de omgekeerde gang van zaken.’

    
Volgens Schouw is D66 de eerste partij met een uitgewerkt plan om de rechtspraak te verbeteren. De advocatuur komt in het plan, zo erkent hij, niet echt aan de orde. ‘Dat is deel twee van het plan. Daar gaan we ons nog op focussen.’

Helder: ‘Advocaten oefenen een speciaal vak uit, maar ook weer niet zo speciaal’
 

Lilian Helder roerde tijdens het begrotingsdebat met minister Opstelten amper de verhoging van de griffierechten aan. ‘Die verhoging kan ook voor onze achterban pijnlijk zijn,’ zegt ze achteraf. ‘Maar er komt nog een apart debat over. Voor ons is belangrijk dat er in het voorstel van Opstelten een compensatieregeling zit voor on- en minvermogenden en dat ook de middengroepen ontzien worden.’

    
Helder spreekt in plaats van kostendekkende griffierechten liever over regulerende griffierechten. ‘Indien de griffierechten kostendekkend moeten zijn, zou ik daar morele bezwaren tegen hebben. Als belastingbetalers moeten we het ervoor over hebben dat mensen naar de rechter kunnen. Maar dat er drempels worden opgeworpen, is niet slecht. Als iemand een vuilnisboete van 100 euro wil aanvechten, denk ik: “zet die vuilnis dan ook niet te vroeg buiten.”’

    
Helder komt zelf uit de advocatuur. In dat werk vond ze rechterlijke beslissingen soms al onnavolgbaar. Daarom pleit ze nu in de Kamer voor een scherpere beoordeling van rechters, via tussentijdse herbenoemingen. Ook advocaten zouden wat haar betreft aan strakker toezicht onderworpen mogen worden. ‘De advocatuur is nog de enige beroepsgroep die zichzelf helemaal controleert. We oefenen een speciaal vak uit, maar ook weer niet zo speciaal. Voor de buitenwacht ontstaat te veel het idee dat we elkaar de hand boven het hoofd houden.’

    
Helder is er voorstander van dat het toezicht op de advocatuur mede wordt uitgeoefend door buitenstaanders, maar staat sceptisch tegenover het voorstel van staatssecretaris Teeven om een college van toezicht te benoemen waarin geen enkele advocaat zit. ‘Ik ben benieuwd welke argumenten hij heeft. Om advocaten helemaal uit te sluiten, vind ik ver gaan. Ik kan me voorstellen dat er één vertegenwoordiger van de advocatuur in het college zit.’

De bezuinigingen op de rechtsbijstand noemt Helder ‘pijnlijk’, maar de PVV heeft er nu eenmaal voor getekend in het gedoogakkoord. ‘Zouden we de rechtsbijstand willen ontzien, dan zou er bijvoorbeeld meer gekort moeten worden op de politiesterkte en dat willen we absoluut niet.’ Ze heeft ook geen bezwaar tegen de verlaging van vergoedingen als een zaak door de rechter niet-ontvankelijk wordt verklaard. ‘In de meeste gevallen kan een advocaat de niet-ontvankelijkheid vooraf zien aankomen.’ Ook de halvering van het tarief voor een cliëntencontact voor het eerste politieverhoor, vind ze te billijken. ‘Na het verhoor is er meestal snel een tweede contact. Dat loopt in de praktijk in elkaar over. Opgeteld is er dan toch sprake van een gehele vergoeding.’

 
Recourt: ‘De rek is er echt uit’

‘Er is sprake van een sluipende afbreuk van de rechtsstaat onder dit kabinet,’ zegt Jeroen Recourt. ‘Het zijn misschien grote woorden, maar het is waar. Neem het voorbeeld van de inbreker die door vier mannen in een coma is gemept. Kabinetsleden hebben zelf de boodschap afgegeven dat de burgers het zelf moeten uitzoeken en hun heil niet bij het systeem moeten zoeken.’

    
Dit kabinet ondermijnt volgens Recourt het vertrouwen van de professionals die werkzaam zijn in het veld. Tijdens begrotingsdebat begin november noemde hij de rechters, de politie, de officieren van Justitie, maar niet de advocaten. Die spelen ook een essentiële rol, zegt hij nu. ‘Het kabinet zou dat moeten erkennen, maar doet dat niet. Advocaten worden als lastig gezien. Ze procederen te veel in de visie van het kabinet. De bewindslieden accepteren het Salduz-arrest over de raadpleging van een advocaat het eerste politieverhoor met wel héle lange tanden.’

    
Op het Jaarcongres van de Orde in september wekte Recourt ophef door zelf ook te beweren dat advocaten in sommige gevallen te lang procederen. ‘Als we de essentiële rol van de advocatuur erkennen, wil dat nog niet zeggen dat we kritiekloos zijn,’ reageert Recourt. ‘Ik vind bijvoorbeeld ook dat de nascholingseisen van de Orde nogal vrijblijvend zijn. Advocaten kunnen de punten wel heel makkelijk bij elkaar sprokkelen door even een workshop te volgen. Waarom geen intervisie op advocaten tijdens zittingen? Of een toets op dossierkennis?’

    
Recourt vindt het goed dat de toezicht op advocaten wordt aangescherpt. ‘Daar is iedereen het wel over eens. De Orde is zelf ook met een voorstel gekomen.’ Hij houdt zich op de vlakte over de plannen van staatssecretaris Teeven om het toezicht te leggen bij een driekoppig college waarin geen advocaat zit. ‘We komen nog met een standpunt,’ zegt hij.

    
Tijdens de begrotingsbehandeling heeft Recourt een wijzigingsvoorstel ingediend dat de verhoging van de griffierechten in 2012 van tafel haalt. Financiële dekking zoekt hij in een intensivering van de ‘Plukze’-zaken. Toch keert hij zich niet principieel tegen de verhoging van de griffierechten. ‘Het hoeft niet helemaal gratis te zijn. Het bedrag voor sommige bestuursrechtzaken zou misschien iets omhoog kunnen. Als met een geschil grote bedragen zijn gemoeid, mag het griffierecht ook wel wat hoger zijn. Maar wat dit kabinet doet, is buitenproportioneel. Ze hanteert ook de verkeerde volgorde: ze zegt dat er 240 miljoen bezuinigd moet worden en maakt dan pas een inhoudelijke afweging.’

    
Over de voorgenomen bezuinigingen op de rechtsbijstand is ex-rechter Recourt heel duidelijk: ‘Laat de rechtsbijstand alsjeblief zoals het is. Daar is de rek echt uit!’

Gesthuizen: ‘Toegankelijke rechtspraak heeft preventieve werking’

Tijdens het begrotingsdebat maakte de SP vooral een punt van de verhoging van de griffierechten in bestuursrechtzaken. ‘De overheid ontneemt de burger de mogelijkheid om het tegen haar op te nemen,’ zegt Justitiewoordvoerder Sharon Gesthuizen. ‘Dat vinden wij extra kwalijk. Op slinkse wijze probeert de overheid zich onschendbaar te maken.’

    
In de aangepaste versie van zijn plannen voor de griffierechten heeft Opstelten juist de tarieven voor bestuursrechtszaken gematigd, maar Gesthuizen is daarmee allerminst tevreden. ‘Er blijft toch sprake van een toename.’

    
Ze wil niet de indruk wekken dat de griffierechten voor civiele zaken wel omhoog mogen. ‘Geen sprake van! We maken ons vooral zorgen over de gevolgen daarvan voor de ZZP’ers en de kleinere ondernemers. Ze werken voor veel kleinere bedragen dan de grote ondernemingen. Stel, ze moeten gaan procederen bij de civiele rechter om een rekening van bijvoorbeeld 500 euro van een opdrachtgever betaald te krijgen, dan zijn ze daar veel meer voor kwijt. De positie van ZZP’ers is al zwak, ze zullen al niet snel naar de rechter stappen omdat ze dan een opdrachtgever kwijt zijn. Als de griffierechten stijgen, wordt de drempel nog hoger. En voor wanbetalers wordt het nog verleidelijker om te denken dat ze er wel mee wegkomen.’

    
Gesthuizen is er beducht voor dat het hogere griffierecht gaat leiden tot meer eigenrichting. Ze denkt dat van een goed toegankelijke rechtspraak een preventieve werking uitgaat. ‘Mensen weten dat ze dan makkelijk voor de rechter gedaagd kunnen worden. De kans is daardoor groter dat zich netjes aan de regels zullen houden.’

In tegenstelling tot andere woordvoerders ziet Gesthuizen geen enkele ruimte om griffierechten verder te verhogen. Ook een hoger bedrag voor zaken waarin het om veel geld gaat, ziet ze niet zitten. ‘Nee, daar ben ik principieel op tegen. De toegang tot de rechter moet niet alleen gegarandeerd zijn voor de mensen met een smallere beurs, maar voor iedereen. Als we bedrijven of mensen met veel geld zwaarder willen belasten, zijn daar andere instrumenten voor: de vennootschap-, de vermogens of de inkomstenbelasting.’

               
Als SP’er beziet Gesthuizen met lede ogen de afbraak van de sociale advocatuur door de bezuinigingen op de rechtsbijstand. ‘Ik hoor uit die hoek dat het voor de huidige tarieven echt niet meer kan. Blijkbaar wil het kabinet dat iedereen een rechtsbijstandverzekering op de commerciële markt neemt. De rechtstaat wordt verder uitgekleed en geprivatiseerd. Het kabinet verzilvert het laatste restje tafelzilver.’

Download artikel als PDF

Advertentie