Volgens de Vlaamse filosoof en neurowetenschapper Jan Verplaetse kan niemand schuld hebben aan een delict omdat `toerekeningsvatbaarheid niet is vast te stellen.’ Wat betekent dat voor het adagium `zonder schuld geen misdrijf’ waar het strafrecht op drijft?
Als de uiterste consequentie van zijn redenering waar is – en volgens hem valt er geen speld tussen te krijgen – dan trilt het strafrecht op zijn grondvesten. Dan is niemand meer verantwoordelijk voor zijn daden of delicten. Dan is niemand meer schuldig en moet het hele strafrecht en het aansprakelijkheidsrecht worden herzien. Vlaams filosoof en neurowetenschapper Jan Verplaetse beweert dit in zijn boek Zonder vrije wil. Verplaetse is docent moraalfilosofie aan de juridische faculteit van de Universiteit Gent. Volgens hem, en met hem steeds meer wetenschappers, bestaat de vrije wil om zelfstandige keuzes te maken helemaal niet.
U ontkent het bestaan van een vrije wil. Maar wat is dat eigenlijk, de ‘vrije wil’?
‘Dat is het vermeende vermogen om vrij beslissingen te nemen. Te beslissen wát je wilt doen, hóe je het wilt doen en waarom je het wilt doen. Ik geef een voorbeeld uit de recente Vlaamse strafrechtspraktijk. Ronald Janssen is een keurige leraar die meerdere mensen heeft vermoord en daarvoor onlangs tot een levenslange gevangenisstraf is veroordeeld. De vraag luidt nu: “had hij de keuze om deze mensen wel of niet te doden?”‘
Natuurlijk had hij die keuze.
‘Dat is precies wat juristen altijd denken: voor de moordenaar is er altijd een moment waarop hij kan besluiten om dat mes of dat pistool wel of juist niet te gebruiken. Hij kan toeslaan of hij kan zich bedenken, en daartussen kan hij kiezen. Ook de gerechtspsychiaters kwamen tot dit oordeel. “Janssen had de keuze om aan zijn agressie toe te geven. Daarom is hij toerekeningsvatbaar,” zo luidde hun verdict.’
De moordenaar kán toch kiezen?
‘Dit lijkt zo en wie weet ervaart de moordenaar dit ook zo. Maar onderzoek je waarom hij toch moordde, dan krijg je een ander verhaal. Aanvaard je een wetenschappelijk mensbeeld waarin elke beslissing aan oorzaken gebonden is, dan aanvaard je ook dat aan elke beslissing hersenprocessen voorafgaan die deze beslissing mogelijk maken. Breinwetenschap bewijst dit keer op keer. Wetenschappers hebben ontdekt dat ongeveer acht seconden voordat je beslist om links of rechts af te gaan, je al kunt zien welke richting het wordt. Dit lijkt vreemd, maar is heel normaal als je inziet dat geen enkele beslissing oorzaakloos kan ontstaan. Als juristen of psychiaters zeggen dat moordenaars het vermogen hebben om vrij te kiezen tussen wel of geen delict plegen, dan zoomen ze niet diep genoeg in op die hersenprocessen. Doe je dat wel, dan constateer je: de moordenaar kán niet anders. Hoe bewust en overwogen hij zijn beslissing ook neemt, hij kan zijn brein niet tegenspreken. Hij kan zijn hersenen niet op andere gedachten brengen. Er bestaat geen opperste agent in zijn brein, anders het zou een Baron van Münchhausen zijn die zich oorzaakloos uit de modder trekt.’
Maar mensen kunnen zich toch beheersen?
‘Gelukkig wel. In algemene zin klopt die bewering wel, maar concreet gezien liep er bij onze moordenaar toch iets grondigs mis. Iets noodlottigs gebeurde dat opnieuw niet uit het luchtledige viel of door een oorzaakloze vrije wil werd tegengehouden. Daarom kom ik tot de conclusie dat mensen niet de keuze hebben om wel of geen misdrijf te begaan – in tegenstelling tot de conclusie van juristen die zich eigenlijk niet voor de concrete oorzaken van een beslissing interesseren. Zij beperken zich tot de vreemde vaststelling dat de moordenaar over voldoende zelfcontrole beschikte. Maar hoe was het moorden dan mogelijk? Door een vrije wil, antwoorden rechtsgeleerden. Maar ik vrees dat het recht hier frontaal botst met wat wetenschap ons leert.’
Welke consequentie heeft uw redenering?
‘Als je deze redenering volgt, dan moet je ook constateren dat verantwoordelijkheid niet bestaat. Ronald Janssen kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor zijn moorden, je kunt hem niks verwijten. Geen vrije wil betekent geen verantwoordelijkheid en geen schuld. Dit geldt uiteraard niet alleen voor Janssen, maar voor iedereen.’
Wat betekent dit voor het recht?
‘In theorie is dit een ramp. Het strafrecht gaat uit van het adagium nullum crimen sine culpa, zonder schuld geen misdrijf. Dit zou filosofisch niet meer opgaan: je kunt niet schuldig zijn aan een misdrijf en je kunt niet aansprakelijk zijn voor een fout. Daar sta je dan als advocaat. De afwezigheid van een vrije wil is een regelrechte aanslag op het recht.’
U pleit dus voor een schuldloos strafrecht.
‘Misschien is een schuldloos strafrecht helemaal niet zo vreemd, want er zijn al tendenzen die deze richting op gaan. Neem het aansprakelijkheidsrecht. Opdat schade vergoed wordt, maakt het actuele recht nu al gebruik van allerlei kunstgrepen zonder schuld. Risicoaansprakelijkheid werkt zonder onze intuïtie van persoonlijke verantwoordelijkheid. Of men stelt bovenmenselijke eisen, zoals in het arrest van de Hoge Raad over het Meppelse ree, uit 1982. Of we werken met de figuur van de goede huisvader, een model dat toegeeft dat je maar moet handelen zoals een goede huisvader betaamt. Verder is Nederland onlangs aansprakelijk gesteld voor het drama in Srebrenica, maar sinds wanneer heeft Nederland zelf een vrije wil? Hetzelfde geldt voor de aansprakelijkheid van rechtspersonen. Dat alles staat tegenover de klassieke notie van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid die is gebaseerd op de vrije wil. In theorie is die immens belangrijk, maar in de praktijk verdwijnt die langzaam uit het recht. Dan heb ik het nog niet gehad over de opkomst van bestuurlijke sancties die niet voldoen aan het principe nullum crimen sine culpa. Ze laten ons toe om minderjarigen te beboeten voor overlast. Ik zie een parallel met het filosofische vrije-wildebat.’
Als geen schuld kan worden vastgesteld, volgt vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging.
‘Als er geen vrije wil is, dan is niemand schuldig. Maar dit wil niet zeggen dat er zomaar vrijspraak volgt. Een veroordeling heeft ook andere functies die niet lijden onder een onbestaande vrije wil. Ronald Janssen kun je levenlang veroordelen om de maatschappij te beschermen. Het verschil is dat je niemand meer straft omdat hij het verdiend heeft, want niemand “verdient” iets. Je straft omwille van veiligheid, bijsturing of afschrikking. Helaas geloven de meeste mensen wel in een vrije wil en willen zij straffen uit vergelding. Rechters drijven op die sentimenten mee, maar zouden de moed moeten tonen om er tegenin te gaan.’
Wat leert het vrije-wildebat nog meer voor het recht?
‘Preventie wordt steeds belangrijker. Eén persoon kan door nalatigheid meerdere dodelijke slachtoffers maken, zie de vuurwerkramp in Enschede. Dat willen we voorkomen eerder dan veroordelen. Op die manier hoeven we de schuldvraag niet meer te stellen. Preventie zorgt ervoor dat dergelijke ongelukken niet meer gebeuren. Het gaat razendsnel. Over tien jaar draagt iedereen overal een fluorescerend vestje. Hoe lang duurt het voor het alcoholslot verplicht is in onze wagen? Het toont dat de overheid weinig vertrouwen heeft in onze vrije wil. Ze beseft goed dat één nalatigheid enorme gevolgen kan hebben en dat de schuldvraag – behalve filosofisch onbeantwoordbaar – mosterd na de maaltijd is. Het kwaad is immers al geschied.’
We kunnen er dus niet zomaar op los leven?
‘Dit is een ander misverstand. Ook zonder vrije wil of verantwoordelijkheid blijven normen overeind. Al is niemand verwijtbaar, je blijft ervan overtuigd dat een wereld zonder moorden of nalatigheden een betere wereld is. Je hebt ook nog steeds de plicht om je best te doen. Het einde van de vrije wil en de verantwoordelijkheid is niet het einde van de moraal of het recht – dit laatste in de betekenis van recht als een geheel van regels.’
Wat kan de advocatuur met uw these?
‘Je vindt in mijn boek argumenten tegen het bepalen van de toerekeningsvatbaarheid. Laten we die discussie nu stoppen, want het is onmogelijk om aan te geven of iemand toerekeningsvatbaar is. Je kunt niet bepalen hoeveel rationaliteit, intelligentie en wilscontrole mensen moeten hebben om verantwoordelijk te zijn voor het stellen van wederrechtelijk gedrag. Daar kom je nooit achter. Er bestaat geen drempel boven welke je oorzaakloos je beslissingen neemt. Bovendien moet je me eens vertellen hoe je een binaire eigenschap zoals verantwoordelijkheid – je bent het wel of niet – uit graduele vermogens zoals intelligentie en wilscontrole – je bent het altijd in bepaalde mate – kan ontstaan? Dit is een filosofisch raadsel.’
Wat nog?
‘Mijn boek is tevens een pleidooi voor meer gedragswetenschappelijk onderzoek. Advocaten bepleiten straffen en rechters spreken ze uit, maar waarop zijn die straffen gebaseerd? Het is toch de bedoeling zo veel mogelijk veroordeelden voor te bereiden op hun terugkeer naar de samenleving. De vergeldingsgedachte biedt je geen inzicht in het causale netwerk dat tot de veroordeling leidde. Daarvoor hebben we het deskundige oordeel van gedragswetenschappers nodig, niet van juristen. Misschien moeten we wel twee rechtbanken maken: één die uitmaakt of de beschuldigde het gedaan heeft, en wat precies, en een tweede die nadenkt over de beste maatregel.’
Uw redenering zal op veel maatschappelijke weerstand stuiten.
‘Wellicht. Maar vergeet niet dat het Nederlandse jeugdstrafrecht en TBS al volgens die logica werken. Ook in België vinden heel wat deskundigen dat het anders en professioneler moet. Ook bij ons groeit de samenwerking met de gedragswetenschap.’
Zullen advocaten de visie aanvaarden van een filosoof die niet gelooft in schuld?
‘Juristen geloven in verantwoordelijkheid zoals artsen in gezondheid. Bevriende advocaten zeggen me keer op keer: “ergens zit een fout in je redenering!” Prima, maar zeg me dan waar en welke. Tot nu toe kreeg ik geen antwoord. Andere maken zich ervan af door op te werpen dat er een verschil is tussen een filosofische waarheid en een juridische. Tja.’
Verwijt u advocaten dat ze niet diep genoeg nadenken?
‘Je kunt nooit iemand iets verwijten. Niemand is verwijtbaar, dus ook advocaten niet.’