Mr. H. Oomen declareerde 125.000 euro aan een echtscheidingscliënt. Excessief? Nee, oordeelde de Haagse raad van discipline in januari van dit jaar. Nee, zei op 4 novembr ook het Hof van Discipline. En dat terwijl Oomen bij de Geschillencommissie Advocatuur in 2008 te horen kreeg dat hij zijn nota moest terugbrengen tot 44.000 euro. Waar zit het gat tussen die uitspraken? In vijf verhuisdozen met 36 ordners, die samen het echtscheidingsdossier vormden. De Geschillencommissie had van die berg stukken geen kennis willen nemen en vervolgens overwogen dat Oomen de zaak niet goed had onderbouwd. Dat die overweging Oomen verbaasde, begreep het hof wel. De (plaatsvervangend) voorzitter van het Hof van Discipline nam de dossiers wél door en stelde vast dat de echtscheiding ingewikkeld, het financiële belang groot en de cliënt veeleisend was. Eindconclusie: de declaratie was fors, maar niet excessief. Daarmee is de tuchtzaak in Oomens voordeel beslecht. Zijn geld heeft hij daarmee niet binnen: de uitspraak van de Geschillencommissie bleef bij rechtbank en gerechtshof overeind.