De Vereniging van Nederlandse Jeugdrechtadvocaten heeft met grote belangstelling kennisgenomen van de resultaten van het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen (zie ‘Jongeren ontevreden over jeugdadvocaten’ voor in deze Actualiteitenrubriek). Juist om de daarin beschreven praktijken tegen te gaan en in de toekomst te voorkomen, is onze vereniging opgericht. Wij verwachten van onze jeugdrechtadvocaten een betrokken aanpak en zijn ervan overtuigd dat onze leden wel degelijk de rol van partner in het strafproces voor de jeugdige vervullen.
Het beperken van contact tussen advocaat en jeugdige tot een telefonische bespreking is voor de VNJA onaanvaardbaar en wordt door onze leden dan ook niet herkend. Een VNJA-advocaat bezoekt in de fase van inverzekeringstelling de betreffende jongere indien mogelijk één keer per dag en soms zelfs vaker, bijvoorbeeld in verband met verhoren. Voorafgaand aan een dergelijk verhoor verleent de advocaat uiteraard eerst zogeheten ‘consultatiebijstand’. De voorbereiding van de zitting vindt plaats bij de jongere thuis of op kantoor, waarbij uitgebreid en met behulp van tekeningen en vereenvoudigd taalgebruik, het verloop van de zitting wordt uitgelegd.
De VNJA organiseert cursussen en lezingen waarin naast juridisch inhoudelijke onderwerpen de communicatie met jeugdigen een belangrijk thema is. Helaas is het (nog) niet verplicht voor advocaten die jeugdigen willen bijstaan om lid te zijn van de VNJA en in dat kader aan de lidmaatschapsvereisten (www.vnja.nl) te voldoen. Momenteel vindt overleg plaats tussen de Orde van Advocaten en de Raad voor Rechtsbijstand over invoering van een protocol voor jeugdrechtzaken. Ingevolge dit protocol worden (minimale) kwaliteitseisen gesteld aan advocaten die jeugdrechtzaken willen behandelen. De VNJA hoopt dat – mede door invoering van dit protocol – iedere jongere die met het strafrecht in aanraking komt, wordt bijgestaan door een jeugdrechtspecialist en dat ervaringen zoals die worden omschreven in het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen heel snel tot het verleden behoren.
De VNJA neemt contact op met de onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen om van gedachten te wisselen over de door hen voorgestelde werkmethodiek.