Een tolk die een hand op de knie van de verdachte legt, om hem bij de les te houden, en na enige tijd de andere hand voor de mond van dezelfde verdachte houdt om de woordenstroom te onderbreken. Het levert een kruislings gebaar op dat zo ongewoon is, dat de observatie het luisteren belemmert.

 

Een vrouw en een zoontje van tien jaar, die, achter in de zaal op het puntje van de stoel, met donkere ernstige ogen, de overleveringsprocedure volgen van de vader. Hij heeft, voordat zij in beeld waren, dus langer dan tien jaar geleden, in een Oost-Europees land een paar spoorbielzen gestolen. Als het zoontje ter sprake komt, gaat deze even staan.

 

Een getuige die de eedsformule niet overziet, en zich plotseling gesteld ziet voor de vraag of hij iets met God heeft, of, want dat is de rechter om het even, God iets met hem, aangezien van Deze wordt verwacht dat Hij waarlijk te hulp schiet bij de realisering van de plechtige toezegging naar waarheid een verklaring af te leggen.

 

Het zijn beelden die gemakkelijk tot de verbeelding spreken. Wat vond de verdachte eigenlijk van die twee handen die hem zo dicht op het lijf kwamen? Hoe kijkt het zoontje over tien jaar terug op het beeld van de vader, ingeklemd tussen twee parketwachten? En hoe doet de getuige straks in het café verslag van de rechtszitting waarbij hij onverwacht voor een existentiële vraag kwam te staan? ‘Je zult het niet geloven, ik kwam dus voor die aanrijding, maar ze wilden eerst weten of ik gelovig was.’

 

Dwars daar doorheen opereren advocaten. Ze vormen een verzameling van saaie, uitbundige, vitale, luie, creatieve, toegewijde, ijdele, consciëntieuze, intelligente, gemakzuchtige, theatrale, zorgzame, commerciële, chaotische, aarzelende belangenbehartigers. De advocatuur in het algemeen heeft iets van een risicovolle belegging: hij schiet alle kanten op. Of: de advocatuur is als religie: hij roept het beste en het slechtste op, met alle grijstinten daartussen ingeklemd. Kortom: een doorlopende inspiratiebron voor verhalen.

            Er zijn advocaten die als spreekbuis ook de camera zoeken en daarbij, niet gehinderd door een ter zake goed geïnformeerde interviewer, stellingen als opperste waarheid de ruimte in schieten, die in feite suggesties zijn. Zij prikkelen ook de meest fantasieloze rechter tot de verzuchting: kregen ze maar een kundig weerwoord! Waarom is er geen Erwin Kroll van het recht? Waarom doet de Raad voor de rechtspraak niets?

            Soms verschijnt er een ingezonden stuk in een kwaliteitskrant, opgesteld door een rechter, om het maatschappelijk debat te verrijken. Maar de schrijver is zich zo bewust van de waarden die hij dient te vertegenwoordigen, zoals onpartijdigheid, deskundigheid en integriteit, dat alleen al de toon die hij kiest het aflegt tegen de gevatte oneliners van activistische debaters. Zo lijkt de blinddoek van het recht ook de mond te snoeren.

 

Er staat veel te veranderen. De nieuwe media dringen de rechterlijke gelederen binnen. Er zijn weblogs, er wordt wat getwitterd, en hier en daar is een rechter als vriend op Facebook gesignaleerd, waarbij hij aarzelend de knop aantikt: ‘Vind ik leuk!’. Die druk op de knop vormt het plechtige begin van een communicatie, gericht op interactie.

 

Acht jaar heb ik teruggeschreven, over wat advocaten ter zitting aan beelden oproepen. Het was een onuitputtelijke bron van inspiratie. En dat is het eerlijk gezegd nog steeds. Ik kan nog wel acht jaar doorgaan, maar er sluipen voorspelbare observaties binnen.

 

Dit is voor nu het laatste woord. Ik trek mij weer terug in het bastion van het vonnis. Voorlopig, want de beelden zullen zich blijven opstapelen. Tot er geen houden meer aan is. Dan vuur ik 140 tekens aan indrukken de ruimte in. En u mag als respons op een knop drukken, voorgeprogrammeerd, met een paar heldere suggesties.

 

Download artikel als PDF

Advertentie