De ondernemersorganisatie uit bezwaren tegen het kabinetsplan tot uitbreiding van de bevoegdheden van de Ondernemingskamer van het Amsterdamse gerechtshof.
Volgens VNO-NCW wordt het te makkelijk voor kritische aandeelhouders of ondernemingsraden om bij de kamer een onderzoek naar het beleid van een ondernemingsbestuur af te dwingen. De werkgeversorganisatie vindt dat de drempel voor toewijzing van een enquêteverzoek nu al laag ligt. Ze wilde dat de gronden waarop zo’n verzoek kan worden ingewilligd nader zou worden ‘ingekaderd’ in wetgeving. Klagers zouden hun verzoeken nauwkeuriger moeten onderbouwen. De wetswijziging van het kabinet verruimt echter de gronden voor inwilliging van een enquêteverzoek. Criticasters van een onderneming kunnen daardoor bij de Ondernemingskamer ‘volstaan met algemene stellingen en klachten,’ schrijft VNO-NCW aan de Tweede Kamer.
Investeren in Nederland ‘riskant’
Een onderzoek op last van de Ondernemingskamer kan grote gevolgen hebben voor ondernemingsbestuurders en commissarissen. Als blijkt dat er sprake is van wanbeleid, dan kan de Ondernemingskamer hen schorsen of ontslaan. VNO-NCW verzet zich ook tegen de nieuwe bepaling dat dochterondernemingen een enquêteverzoek kunnen indienen tegen een moederonderneming. ‘Voor een Nederlandse of buitenlandse moederonderneming wordt het riskant te investeren in een Nederlandse dochteronderneming.’ Verder is VNO-NCW teleurgesteld dat het kabinet het enquêterecht niet beperkt tot aandeel-/certificaathouders met een rechtstreeks eigen belang. Activistische aandeelhouders kunnen zich blijven roeren bij de Ondernemingskamer, door aandelen te lenen van anderen.
Door Maarten Bakker