‘Rechtvaardige oplossing voor de burger’ is de titel van het Jaarverslag 2011 van de Raad voor Rechtsbijstand dat begin deze week uitkwam. Ook de advocatuur kwam hierin aan bod. De meest interessante quotes op een rij.

‘Wanneer een advocaat een fout maakt, of wat vergeet in de aanvraag, reageren wij daar per brief op. Achterhaald en enorm tijdrovend. Met de digitalisering van het toevoegproces zal de dienstverlening stukken sneller gaan.’ P. 15, Gerbert Lucassen, teamleider.

‘Er is bezorgdheid over de toekomst. Dat komt onder meer door de ingevoerde verhoging van de griffierechten. Het feit dat de Raad ziet dat er een afname is van het aantal toevoegingsaanvragen is bovendien een signaal dat er iets aan de hand is.’ P. 21, Hans Vogels, AR-lid Orde

‘Uiteindelijk kan de burger veel werk zelf uitvoeren en komt slechts een deel terecht bij de advocatuur, als gespecialiseerde oplosser.’ P. 23, Peter van den Biggelaar, directeur stelsel Raad voor Rechtsbijstand

‘De advocaat is geen formuliereninvuller voor huis-, tuin- en keukenzaken, maar een gespecialiseerde dienstverlener. Juist in de meestal complexe, individuele zaken kan de advocaat zich als specialist bewijzen. Laat ons het moeilijke werk doen. Die rol spelen we graag in de keten van de rechtsbijstand.’ P. 23, Hans Vogels, AR-lid Orde

Advocaten mogen jaarlijks maximaal 250 toevoegingen behandelen. Dit correspondeert met 1750 declarabele uren. Overschrijdt een advocaat straks, uitgemiddeld over twee jaar, een grens van 2000 punten met zijn declaraties, dan krijgt hij het jaar erna een lager maximum dan 250. We willen zo uitwassen voorkomen. Deze nieuwe regeling vraagt van de betreffende advocaten om goed na te denken over aan passing van hun praktijkvoering. Daarvan zijn we ons bewust. Daarom beginnen we pas in 2013 met de uitvoering.’ P. 26, Herman Schilperoort, directiesecretaris Raad voor Rechtsbijstand.

Mopje Melchers, advocaat, over intercollegiaal toetsen van dossiers: ‘Veel advocaten zien het als wéér een bureaucratische belasting of denken ‘wie ben jij om in mijn dossiers te kijken?’. Maar ik vind het belangrijk om met de billen bloot te gaan: ofwel, om te laten zien wat je waard bent. We werken vaak alleen, zonder dat iemand ons controleert. De klant weet er te weinig van. Zo’n dossieronderzoek scherpt je geest en is op zijn minst leerzaam. In de wandelgangen hoor je wel eens wie goed is en wie minder, nu wordt het daadwerkelijk getoetst.’ P. 26

‘Ik vind dat in asielzaken advocaten steeds beter beslagen ten ijs komen. Ze weten bijvoorbeeld beter om te gaan met Europese regelgeving en hebben meer parate kennis. Dat is ook nodig, asielzaken worden steeds complexer.’ P. 30, John Bouwman, vreemdelingenrechter in Zwolle

‘Door in het register de specialismen van een tolk of vertaler zichtbaar te maken, kan een advocaat, gerecht, de IND of een andere opdrachtgever beter zoeken naar de geschikte persoon. Maar dan nog blijft de tolk of vertaler verantwoordelijk om alleen opdrachten aan te nemen waarvoor hij zich voldoende gekwalificeerd acht.’ P. 33 Joris Link, stafmedewerker Bureau Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv)

Kijk hier voor het volledige verslag van de Raad voor Rechtsbijstand.

Advertentie