Vijftig jaar nadat Adolf Eichmann werd opgehangen, raakt zijn voormalige Israëlische aanklager Gabriel Bach nog niet uitgesproken over het proces tegen de nazimisdadiger. ‘Het is nog steeds een afschrikwekkend voorbeeld voor massamoordenaars waar ook ter wereld.’
Tijdens een lezing gisteravond in Amsterdam, georganiseerd door de Nederlands-Israëlische organisaties CIDI en ARZI, blikt de 85-jarige Bach terug op de rechtszaak. ‘Het zou onzinnig geweest zijn als we Eichmann niet de doodstraf hadden opgelegd,’ zegt hij zonder enige twijfel. Bach wil niet oordelen over verdachten van massamoord en genocide die momenteel terechtstaan bij het Internationale Strafhof, maar de fabrieksmatige wijze waarop Eichmann en de nazi’s hadden gemoord, rechtvaardigden volgens hem de ultieme straf. Bach haalt een Zwitserse psychiater aan die Eichmann omschreef als een ‘instinctieve moordenaar.’ Om er zelf aan toe te voegen, ‘Ik heb nog nooit zo’n verachtelijke man ontmoet.’
Bij de behandeling van de Eichmannzaak in 1961 was Bach de tweede man in het team van het Israëlische Openbaar Ministerie en voorafgaand aan de rechtszaak verhoorde hij de SS-functionaris. Daarnaast overreedde hij overlevenden van de Holocaust om te getuigen in de rechtszaal. ‘Ze wensten alles te vergeten, maar ik zei tegen hen dat het hun historische plicht was om te verschijnen.’
Smeekbedes
De grote vraag voor het Israëlische OM was of Eichmann gezien moest worden als trouwe bureaucraat die alleen orders uitvoerde, of dat hij als leidinggevende initiatieven nam. Tijdens de verhoren raakte Bach van het laatste overtuigd. Bewijs daarvan waren niet alleen de massale transporten van Joodse burgers naar de vernietigingskampen die Eichmann organiseerde. Juist individuele gevallen toonde volgens Bach aan dat Eichmann bezeten was van het idee zoveel mogelijk joden te kunnen vermoorden.
De voormalige aanklager vertelt over een Duits-joodse professor die voor het Duitse leger een radarsysteem kon ontwerpen. Ondanks smeekbedes van een Duitse generaal hem te sparen, zond Eichmann hem naar een vernietigingskamp. Ook verzoeken van de NSB-leiding aan Eichmann om enkele joodse partijleden niet op transport te zetten, werden door hem afgewezen. ‘Tijdens de verhoren was hij nog verbitterd dat een andere nazi zijn plannen voor de deportatie van Deense joden had gedwarsboomd. Hij verwachte blijkbaar medelijden van ons,’ zegt Bach honend, ‘omdat hij niet meer joden had kunnen vermoorden.’
De doortraptheid van Eichmann bleek volgens Bach uit de opgewekte postkaartjes die hij gedeporteerde Hongaarse joden naar familieleden liet sturen voordat ze werden vergast. ‘Toen we hem verhoorden, was hij nog trots op die vondst.’ Een van de belangrijkste getuigen van het proces tegen Eichmann was een man die zo’n kaartje had ontvangen en daardoor overgehaald werd met zijn gezin ook op transport te gaan. Het enige moment tijdens de rechtszaak dat Bach van zijn stuk werd gebracht, was toen deze getuige vertelde hoe hij zijn dochtertje op het aankomstperron van Auschwitz uit het oog verloor.
Naziwetten
Een verdediger van Eichmann had het op gegeven moment ook moeilijk door de gruwelverhalen uit de kampen. ‘Hij viel mijn kamer binnen en barstte in tranen uit.’ Onder de indruk van het verweer van de raadsmannen van Eichmann is Bach na vijftig jaar nog steeds niet. Ze voerden aan dat de aanklagers niet bevoegd waren omdat Israël de wet tegen de nazimisdrijven pas in 1950 had aangenomen, nadat de Holocaust had plaatsgevonden. ‘Dat was geen serieus argument, want we introduceerden daarin helemaal geen nieuwe norm. In de naziwetten zelf was het ook verboden iemand te vermoorden. Alleen waren die niet van toepassing op joden.’
Ander verweer was dat de Israëlische rechtbank niet onafhankelijk over de zaak kon oordelen, omdat ze de Joodse staat en dus ook de slachtoffers representeerde. ‘Dat argument leidde juridisch evenmin ergens toe. Iedere gemeenschap heeft het recht zich door middel van strafrechtspraak te beschermen.’
Door Maarten Bakker