De Nederlandse staat mag levenspartners zonder boterbriefje of geregistreerd partnerschap tegen elkaar laten getuigen in een strafzaak.
Dat heeft de Grote Kamer van het EHRM bepaald. In 2004 wilde de rechter-commissaris dat, in verband met de moord in een café in ‘s-Hertogenbosch , Gina van der Heijden zou getuigen tegen haar partner. Met hem was zij al achttien jaar samen en had zij twee kinderen. De vrouw bleef volharden in haar weigering om te getuigen en zat daarvoor 13 dagen in de cel. Volgens de Hoge Raad was haar recht op eerbiediging van familie- en gezinsleven niet geschonden. Het wettelijk verschoningsrecht is eenmaal voorbehouden aan echtgenoten en geregistreerd samenwonenden. Volgens de HR worden ongeregistreerd samenwonenden ook niet gediscrimineerd in dit opzicht.
Gevolgen aanvaarden
Het Europees Hof sluit zich hierbij aan en vindt dat staten de vrijheid hebben om het verschoningsrecht op een duidelijke en werkbare manier bij wet af te bakenen, zoals de Nederlandse staat heeft gedaan. De bepalende factor voor het verschoningsrecht is niet de duur of het ondersteunende karakter van de relatie, maar het bestaan van een publieke verbintenis met contractuele rechten en verplichtingen. De vrouw heeft niet gekozen voor het huwelijk of geregistreerd partnerschap en moet de juridische gevolgen daarvan aanvaarden.
Door Lex van Almelo